Gulden Vlies-gedicht (Jan Smeken) 1516
[Teksteditie: Gilbert Degroote (ed.), Jan Smeken’s gedicht op de feesten ter eere van het Gulden Vlies te Brussel in 1516, met inleiding, aanteekeningen en glossarium. Voor de Seven Sinjoren uitgegeven door De Sikkel, Antwerpen, 1946 = Gulden Vlies ed. 1946]
[NK 3057]
Auteur
Jan de Baertmaker, alias Smeken (gestorven op 15 april 1517). Hij was stadsdichter van Brussel (vanaf 1485) en factor van de Brusselse rederijkerskamer De Leliebroeders [ed. 1946: VII-IX].
Genre
Een strofisch rederijkersgedicht.
Situering / datering
Dit gedicht (456 verzen) bleef volledig bewaard in een postincunabel die verscheen zonder titel of auteursnaam (Brussel, Thomas van der Noot, 15 november 1516, exemplaar: Gent, Universiteitsbibliotheek, collectie Meulman, nr. 2). Een gedeeltelijke uitgave bleef ook bewaard achteraan het unieke exemplaar van de uitgave van Jan van den Dales De wre vander doot (Brussel, Thomas van der Noot, circa 1516) [ed. 1946: XXXVI-XXXVII].
Inhoud
Zie voor een overzicht ed. 1946: XXVIII-XXX.
Thematiek
Dynastieke verheerlijking (typisch voor stadsliteratuur: men is bezorgd om de goede relaties tussen stad en hoogste adellijke bestuurskringen). De centrale figuur is hier de (latere) keizer Karel V [ed. 1946: XXII].
Receptie
Stadsliteratuur. Het betreft hier een gedicht van een Brusselse stadsrederijker. Vergelijk ook bij thematiek. Verband met Brussel.
Profaan / religieus?
Profaan.
[explicit 12 juni 1997]