Jhesus collacien
of sermoenen beghinnende van vastelavont tot paeschen
(anoniem) 1480?
[Teksteditie: Anna Maria Baaij (ed.), Jhesus collacien – Een laatmiddeleeuwse prekenbundel uit de kringen der Tertiarissen, met inleiding en varianten uitgegeven. Zwolse drukken en herdrukken voor de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden – nr. 40, W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle, 1962 = Jhesus collacien ed. 1962]
Auteur
Een anoniem gebleven Zuid-Nederlander [Lievens 1963: 58-59].
Genre
Een prekenbundel (collaties = preken). Geestelijke prozaliteratuur (in het Middelnederlands).
Situering / datering
De prekenbundel die hier wordt uitgegeven, bevindt zich met enkele andere teksten in een handschrift uit de tweede helft van de vijftiende eeuw (Leiden, Bibliotheek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, ms. 330), dat toebehoorde aan het klooster van Sint-Maria te Weesp (een Tertiarissenklooster) [ed. 1962: 1 / 32-33 / 111-113]. Daarnaast is de tekst geheel of gedeeltelijk aangetroffen in nog twintig andere, vijftiende- en zestiende-eeuwse handschriften [ed. 1962: 1-4, Lievens 1963: 57]. De preken kwamen hoogstwaarschijnlijk tot stand in het jaar 1480 [ed. 1962: 4].
Inhoud
Van Kerstmis tot en met Paaszaterdag (vooral dan op elke dag van de veertigdaagse vasten) komt Jezus (soms ook de H. Geest) een preek houden voor een geestelijke zuster die Zijn woorden nauwkeurig moet optekenen ten behoeve van de kloostercommuniteit. Het geheel loopt over van de (vaak erg overdadige) allegorieën [Lievens 1963: 55]. De tekstbezorgster plaatste boven elke preek een korte samenvatting.
Thematiek
Stichtelijk-religieus. Het leven, lijden en sterven van Christus worden uitgebreid ter overweging voorgehouden [ed. 1962: 1].
Receptie
Kloosterliteratuur. Het primaire publiek bestond uit tertiarissen (kloosterzusters die volgens de Derde Regel van Sint-Franciscus leven). Vergelijk ed. 1962: 211 (25ste preek, regels 16-18), en 255 (45ste preek, regels 20-25).
Profaan / religieus?
Stichtelijk-religieus.
[explicit 23 augustus 1996]