Een belachelijcke kluchte van Krimpert-oom (anoniem) XVI
[Teksteditie: N. van der Laan, (ed.), Rederijkersspelen naar een handschrift ter bibliotheek van het Leidse Gemeentearchief uitgegeven. Martinus Nijhoff, ’s-Gravenhage, 1932, pp. 43-69 = Krimpert Oom ed. 1932]
[Hummelen 1 P 9]
Auteur
Een anoniem gebleven Haagse rederijker. Blijkens de spreuk ‘Met genuchten’ is het spel ontstaan binnen de Haagse rederijkerskamer De Koorenblommen [ed. 1932: XV]. Van der Laan oppert het idee dat het hier – omwille van de Zuid-Nederlandse taalbestanddelen – om een bewerking gaat van een oorspronkelijk Zuid-Nederlands spel [ed. 1932: XV]. Maar waarom zou het stuk niet gewoon geschreven kunnen zijn door een naar het noorden uitgeweken Zuid-Nederlander?
Genre
Een rederijkersklucht (ook het oorspronkelijk opschrift vermeldt de term ‘kluchte’).
Situering / datering
Krimpert Oom (461 verzen) bleef bewaard in een handschrift met rederijkersspelen (de zogenaamde verzameling-Van der Morsch, Ms. Gemeente-archief Leiden, nr. 72421, ff. 157r-169v). Het handschrift heeft in de zeventiende eeuw toebehoord aan Pieter Cornelisz. van der Morsch, stadsbode en rederijker, lid van De Witte Acoleijen te Leiden. Het handschrift dateert uit het begin van de zeventiende eeuw. Van der Laan wees echter op het nog duidelijk zestiende-eeuwse karakter van deze klucht [ed. 1932: XI / XV].
Inhoud
Zie voor een samenvatting ed. 1932: XIV-XV. Het spel bevat overigens een later ingevoegd deel (dat echter eveneens binnen de Haagse rederijkerskamer ontstond).
Thematiek
Naast kluchtig entertainment is in deze klucht toch ook onverholen spot met het katholieke geloof waar te nemen. Zie de manier waarop met Maria gesold wordt, die zogenaamd in de kerk geldstukken rondstrooit als daarvoor gebeden wordt. Zie ook de manier waarop de knechten spotten met de Maria-verering van Krimpert Oom. Dit zou erop kunnen wijzen dat het stuk inderdaad van de hand is van een protestants gezinde, geëmigreerde Zuid-Nederlander.
Receptie
Stadsliteratuur. Het betreft een rederijkersklucht, ontstaan binnen een Haagse rederijkerskamer en bewaard gebleven in een Leidse rederijkerscontext. Verbanden met Den Haag en Leiden.
Profaan / religieus?
Sterk profaan van aard, maar toch ook met religieuze (protestantse) inslag.
[explicit 4 juli 1996]