Een Cluijt van Lichtekoij (anoniem) XVI
[Diplomatische teksteditie: W.N.M. Hüsken, B.A.M. Ramakers en F.A.M. Schaars m.m.v. M.R. Hagendoorn en J.P.G. Heersche (eds.), Trou Moet Blijcken – Deel 7: Boek G – Bronnenuitgave van de boeken der Haarlemse rederijkerskamer ‘de Pellicanisten’. Uitgeverij Quarto, Assen, 1997, ff. 37r-43v = Lichtekoij ed. 1997]
[Hummelen 1 OG 6]
Auteur
Een anoniem gebleven Noord-Nederlandse rederijker.
Genre
Een rederijkersklucht. Het originele opschrift spreekt van een cluijt.
Situering / datering
Deze klucht (726 verzen in de editie-1997) bleef bewaard in Boek G uit het archief van de Haarlemse rederijkerskamer De Pellicanisten. Dit boek werd in 1600 geschreven: de erin bewaarde stukken dateren dus van vóór dat jaartal.
Inhoud
Een vrouw moet hard werken (spinnen) om aan de kost te komen. Zij vat het plan op om de kruik melk die ze heeft geërfd te verkopen en met het geld zal zij dan een kip kopen, met de daaruit voortkomende kuikens een varken en met het vetgemeste varken een hengst. Ze laat echter per ongeluk de melkkan vallen en is ontroostbaar. Een priester die langskomt (Heeroom) probeert haar te troosten: hij wil haar geld geven als zij hém wil ‘gerieven’. Zij zegt hem dat hij de volgende dag moet terugkomen. Verneem Al, de nicht van de vrouw, heeft echter alles gehoord en zij waarschuwt de man van de vrouw (Goetbloet). Als zijn vrouw alles hevig ontkent, sust hij de hele zaak.
De volgende dag is Heeroom daar weer. De vrouw laat de priester zich ontkleden en dan lijkt het alsof zij hem afwijst: zij denkt immers dat hij zijn mond heeft voorbijgepraat. De priester ontkent en dan wil de vrouw alsnog met hem naar bed. Als zij zitten te drinken, vallen echter de nicht en diens man binnen. Zij sluiten de priester op in een kist en gaan Goetbloet halen. Ondertussen vindt de vrouw andere sleutels. Zij laat de priester ontsnappen en stopt een hond in de kist. Goetbloet is kwaad op de nicht en troost zijn vrouw: haar is immers grof onrecht aangedaan.
Thematiek
Behalve entertainment ook negatieve zelfdefiniëring. Negatieve zelfbeelden zijn de wellustige priester, de pantoffelheld en de ontrouwe vrouw.
Receptie
Stadsliteratuur. Het betreft hier een rederijkersklucht die bewaard bleef in een rederijkerscontext. Verband met Haarlem.
Profaan / religieus?
Manifest profaan.
[explicit 25 december 1997]