Een Cluijt van Lijs en van Jan Sul (anoniem) XVI
[Diplomatische teksteditie: W.N.M. Hüsken, B.A.M. Ramakers en F.A.M. Schaars m.m.v. M.R. Hagendoorn en J.P.G. Heersche (eds.), Trou Moet Blijcken – Deel 7: Boek G – Bronnenuitgave van de boeken der Haarlemse rederijkerskamer ‘de Pellicanisten’. Uitgeverij Quarto, Assen, 1997, fol. 85v-91v = Lijss en Jan Sul ed. 1997]
[Kritische teksteditie: N. van der Laan (ed.), Uit het archief der Pellicanisten – Vier zestiende-eeuwse esbatementen. Leidsche drukken en herdrukken uitgegeven vanwege de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden – Kleine Reeks – nr. I, E.J. Brill, Leiden, 1938, pp. 82-108 = Lijss en Jan Sul ed. 1938]
[Hummelen 1 OG 13]
Auteur
Een anoniem gebleven, waarschijnlijk Hollandse rederijker [ed. 1938: XV].
Genre
Een cluijt (rederijkersklucht).
Situering / datering
Deze klucht (431 verzen in de editie-1938) bleef bewaard in Boek G uit het archief van de Haarlemse rederijkerskamer De Pellicanisten (fol. 85v-91v). Dit boek werd in 1600 geschreven door Goosen ten Berch en de erin bewaarde stukken dateren dus van vóór dat jaartal. Het stuk werd in 1601 opgevoerd ter gelegenheid van Sint-Janskermis (24 juni) [vergelijk ed. 1938: XV en vergelijk vers 3].
Inhoud
Lijs (alias Belij Quaetpurck) is een magere helleveeg die haar man, de pantoffelheld Jan Sul, tiranniseert. Op een dag houdt ze zich dood, om te zien wat Jans reactie zal zijn. Die is uiteraard heel blij en wil samen met zijn meester (Coppen Slimbeck) Lijs begraven onder de galg. Dat mislukt natuurlijk en Jan krijgt een pak slaag. Later laat Lijs Jan Sul en Coppen Slimbeck een varkenshok timmeren, maar dit is slechts een voorwendsel om de twee mannen gevangen te zetten. Doordat ze ‘brand’ roepen, komt Droncken Gille water over hen gooien. Als deze Gille echter ziet hoe Lijs haar echtgenoot behandelt, grijpt hij in: Lijs wordt in een kalfsvel gerold en in een sloot gekieperd, tot zij vergiffenis vraagt. Zij zal haar man (en de mannen tout court) nooit meer onheus behandelen.
Thematiek
Behalve entertainment ook negatieve zelfdefiniëring. Negatieve zelfbeelden zijn de bazige huisvrouw en de pantoffelheld. De moraal van de klucht blijkt te zijn dat getrouwde mannen en vrouwen elkaar moeten respecteren en dat zij in vrede moeten samenleven. Een eerbare vrouw is niet overal zomaar te koop (waarbij ook even verwezen wordt naar de Bijbel, zie de verzen 409-423 in de editie-1938).
Receptie
Stadsliteratuur. Het betreft hier een rederijkersklucht die bewaard bleef in een Haarlemse rederijkerscontext. Verband met Haarlem.
Profaan / religieus?
Manifest profaan.
[explicit 30 augustus 1996]