Nieuwe Doctrinael of Spieghel van Sonden
(Jan de Weert) XIV
[Teksteditie: J.H. Jacobs (ed.), Jan de Weert’s Nieuwe Doctrinael of Spieghel van Sonden. Martinus Nijhoff, ’s-Gravenhage, 1915 = Nieuwe Doctrinael ed. 1915]
Auteur
De veertiende-eeuwse Ieperse geneesheer Jan de Weert [vergelijk Brinkman 1991: 102].
Genre
Een berijmd stichtelijk-didactisch traktaat (een religieus leerdicht dus), meer bepaald een zonden- of biechtspiegel.
Situering / datering
Deze tekst (2724 versregels lang) bleef bewaard in twee vijftiende-eeuwse handschriften [ed. 1915: 176-178].
De oorspronkelijke tekst dateert uit de veertiende eeuw, waarschijnlijk ruimschoots van vóór het einde van die eeuw [Brinkman 1991: 102].
Inhoud
Achtereenvolgens worden behandeld: de zeven hoofdzonden, de tien geboden, het verschil tussen doodzonden en dagelijkse zonden, biecht, berouw en boete. Vergelijk ook Van Anrooij 2002: 75-76.
Thematiek
Stichtelijk-didactisch van aard.
Receptie
De auteur heeft zijn stof geput uit een (onbekend gebleven) Latijnse bron, maar voegt daar regelmatig bij wijze van illustratie korte, originele verwijzingen naar zijn eigen omgeving en leefwereld aan toe. Deze leefwereld is die van de veertiende-eeuwse stad. Jan de Weert kan beschouwd worden als een vroege vertegenwoordiger van de burgermoraal [zie hierover Brinkman 1991]. Stadsliteratuur dus en verband met Ieper.
Profaan / religieus?
Overwegend stichtelijk-religieus.
Geraadpleegde literatuur
[explicit 28 april 1996]