tSpel vanden Ontrouwen Rentmeester (anoniem) circa 1587
[Teksteditie: Osc. Van Den Daele en Fr. Van Veerdeghem (eds.), De Roode Roos – Zinnespelen en andere tooneelstukken der zestiende eeuw, voor het eerst naar het Hasseltsche handschrift uitgegeven. Dequesne-Masquillier en Zonen, Bergen, 1899, pp. 78-136 = Ontrouwe Rentmeester ed. 1899]
[Hummelen 1 S 5]
Auteur
De codex werd tussen 1611 en 1628 geschreven door twee leden van de rederijkerskamer De Roode Roos: Reinier Comans en Willem de Heckleer. Wie echter de auteur van het spel was, weten wij niet. Wellicht was het een geestelijke die in een of andere hoedanigheid tot de Roode Roos behoorde [ed. 1899: 20].
Genre
Een rederijkersspel, meer bepaald een zinnenspel.
Situering / datering
Dit spel van 1628 verzen (telling van de tekstbezorgers) maakt deel uit van een codex van de oude Hasseltse rederijkerskamer De Roode Roos, die bewaard wordt (werd?) in het Rijksarchief te Hasselt. De codex omvat twee delen: het repertoire en de rekeningen van de kamer van 1611 tot 1628. Volgens een aantekening in het handschrift zelf werd het stuk gespeeld te Hasselt ‘op die kermisse’ in 1588, 1609 en 1628. Het spel zal dus vermoedelijk niet lang vóór 1588 vervaardigd zijn.
Inhoud
Tgroot Getal (een jongeling) laat zich door twee sinnekes, Tversteent Hertte (mannelijk) en Ontrouwen Dienst (vrouwelijk) en de duivelin Venus verleiden om zich over te geven aan de aardse geneugten, in tegenstelling tot Tcleyn Getal, die vlijtig in de wijngaard (= het door God geschonken leven op aarde) van de Coninck (= God) werkt. Straff Waerschouwen en Ootmoedighen Dienst (twee gezanten van de Coninck) kunnen Tgroot Getal niet van het verkeerde pad afhouden: in het logysken der sonden (een herberg) geeft deze laatste zich over aan een eet- en drinkgelag en aan een vrijpartij met Venus. Dan breekt echter de dag aan dat de Coninck zijn rekeningen gaat onderzoeken. Tcleyn Getal wordt beloond omwille van zijn trouwe diensten, maar Tgroot Getal verschijnt jammerend voor zijn meester, beseffende dat hij zijn rekening niet zal kunnen betalen omdat hij de goederen en bezittingen van de Coninck verwaarloosd heeft (vergelijk verzen 79-111). Op voorspraak van Sheeren Bermhertichyt en Sheeren Patientia krijgt hij echter genade, op voorwaarde dat hij ook zijn schuldenaren zal vergeven.
Terug in de wereld ontmoet hij opnieuw Venus en de sinnekes en meteen laat hij de hem vergezellende Bermhertichyt en Patientia staan, om met zijn slechte vrienden bij Die Armen Bedruckten een oude schuld te gaan opeisen. Als deze echter niet kan betalen, rammelen zij de arme man af en laten hem gebonden achter. De Coninck ontsteekt daarop in woede en Tgroot Getal wordt in de hel geworpen.
Thematiek
Is manifest stichtelijk-allegorisch bedoeld. De mensheid wordt aangeraden om niet te doen zoals de meesten (Tgroot Getal) en er maar op los te leven, maar om net als Tcleyn Getal te denken aan het hiernamaals en door een vroom leven op aarde de hemel te verdienen. Zelfs al is God dick saecht, hij kan ook dick straff en vol ongenayen zijn (vers 1602) en wie zoals Tgroot Getal vergiffenis voor zijn fouten heeft gekregen en dan toch nog in zijn oude zonden hervalt, moet op geen goddelijke genade meer rekenen: Dus, menschen, lmeeft niet naer swerelds sede; / Bekeert u, ryst wt den slaep der sonden (verzen 1614-1615).
Receptie
Het spel ontstond binnen een Hasseltse rederijkerskamer en werd verscheidene malen in Hasselt tijdens de kermis opgevoerd. Duidelijk stadsliteratuur dus. Verband met Hasselt.
Profaan / religieus?
Het spel is in de eerste plaats stichtelijk-religieus van aard. Het bevat echter ook een aantal wereldse scènes (die met de sinnekes en Venus) waarin het profane zeer sterk aanwezig is.
[explicit 17 augustus 1992]