Oudenaarde: spel van sinne in Gent 1539 (Jan van de Vivere?) 1539
[Teksteditie: B.H. Erné en L.M. van Dis (eds.), De Gentse Spelen van 1539 – Uitgegeven en toegelicht. Twee delen, Nijhoffs Nederlandse Klassieken, Martinus Nijhoff, ’s-Gravenhage, 1982, pp. 469-503 = Oudenaarde: spel van sinne in Gent 1539 ed. 1982]
[Oudere teksteditie: L.M. van Dis en B.H. Erné (eds.), De Spelen van Zinne vertoond op het Landjuweel te Gent van 12-23 Juni 1539. J.B. Wolters-De Sikkel, Groningen-Batavia-Antwerpen, 1939, pp. 254-271 = Oudenaarde: spel van sinne in Gent 1539 ed. 1939]
[Hummelen 3 B 8] [NK 1926]
Auteur
Zou niet Matthijs de Castelein zijn, in 1539 de factor van de Oudenaardse rederijkerskamer De Heilige Geest (of Pax Vobis, naar de zinspreuk), maar wel de priester Jan van de Vivere, die factor was van de andere Oudenaardse rederijkerskamer De Kersouwe, vóór De Castelein dat werd. Hoogstwaarschijnlijk werkten de beide kamers samen voor het Landjuweel van 1539. Jan van de Vivere was wellicht ook de auteur van het Spel van de V vroede ende van de V dwaeze maegden [ed. 1982: 476-478].
Genre
Een zinnenspel (allegorisch rederijkersspel).
Situering / datering
Dit stuk (510 verzen) is één van de 19 spelen die werden opgevoerd ter gelegenheid van het bekende Landjuweel te Gent in 1539. Vergelijk verder bij Leffinge: spel van sinne in Gent 1539 ed. 1982.
Inhoud
Zie voor een samenvatting ed. 1982: 472-473.
Thematiek
Eerné noemt het spel ‘orthodox katholiek’ [ed. 1982: 474]. Drewes [1984: 255/265] noemt het ‘spiritualistisch’ en ‘niet-lutheraniserend, maar daarom nog niet ongenuanceerd orthodox’. Het antwoord op de wedstrijdvraag welc den mensche stervende meesten troost es luidt: De ghetughenesse des sgheests dat wy kinderen Godts zijn.
Receptie
Stadsliteratuur. Het betreft hier een rederijkersspel van een (de) Oudenaardse rederijkerskamer(s), opgevoerd tijdens het Gentse Landjuweel van 1539. Verbanden met Oudenaarde en Gent.
Profaan / religieus?
Stichtelijk-religieus bedoeld.
Geraadpleegde literatuur
[explicit 10 september 1995]