Een batement vanden Preecker (anoniem) XVI
[Teksteditie: N. van der Laan (ed.), Uit het archief der Pellicanisten – Vier zestiende-eeuwse esbatementen. Leidsche drukken en herdrukken uitgegeven vanwege de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden – Kleine reeks nr. I, E.J. Brill, Leiden, 1938, pp. 1-25 = De Preecker ed. 1938]
[Diplomatische teksteditie: W.N.M. Hüsken, B.A.M. Ramakers en F.A.M. Schaars m.m.v. M.R. Hagendoorn en J.P.G. Heersche (eds.), Trou Moet Blijcken – Deel 7: Boek G – Bronnenuitgave van de boeken der Haarlemse rederijkerskamer ‘de Pellicanisten’. Uitgeverij Quarto, Assen, 1997, fol. 1r-6v = De Preecker ed. 1997]
[Hummelen 1 OG 1]
Genre
Een batement (rederijkersklucht).
Auteur
Een anoniem gebleven rederijker. De Vooys en Van der Laan veronderstellen: een Haarlemse rederijker [ed. 1938: XI-XII].
Situering / datering
Deze klucht (401 verzen in de editie-1938) bleef bewaard in boek G van de Haarlemse rederijkerskamer De Pellicanisten (folio 1r-6v). Boek G werd in 1600 geschreven: de erin bewaarde stukken moeten dus dateren van vóór dat jaartal.
Inhoud
Jan en Lijse, een waard en een waardin in Hillegom, hebben van een preecker (predikheer, dominicaan) een varken cadeau gekregen, als ‘vergoeding voor bewezen diensten’: de predikheer is namelijk naar bed geweest met de waardin. Jan en Lijse noemen het varken ‘Preecker’. Een jaar later komt er een jonge predikheer naar Hillegom die bij Jan en Lijse onderdak krijgt. Omdat er echter geen eten is voor een maaltijd, besluiten de waard en de waardin Preecker (hun varken) te slachten. De echte ‘preecker’ denkt echter dat ze hém willen slachten en vlucht het varkenshok in, wat de zaken uiteraard alleen maar verergert, want precies daar komen Jan en Lijse nu naartoe met hun mes. Als de predikheer hardop begint te jammeren, denken Jan en Lijse dat hun varken bezeten is van de duivel. De pastoor en de koster worden erbij gehaald voor een exorcisme, maar wanneer de benauwde predikheer doet alsof hij écht een duivel is (onder meer verhaspeld Latijn sprekend) en met varkensdrek en slijk begint te smijten, geven zij het op.
Het stuk eindigt wat onduidelijk: de waard en waardin willen het varken als geschenk aan de pastoor en de koster geven, maar die bedanken voor zo’n duivels geschenk. Lijse lijkt te vermoeden dat de jonge predikheer er voor iets tussenzit (zie vers 345 in de editie-1938) en iedereen stinkt naar varkensdrek.
Thematiek
Behalve entertainment (met heel wat erotische dubbelzinnigheden) lijkt toch ook forse, reformatorisch getinte kritiek op het katholicisme aanwezig te zijn: zie de bedenkelijke rol van de twee dominicanen, zie het bijgeloof van de waard, de waardin, de pastoor (met zijn bezweringen) en de koster, zie het slecht Latijn spreken van de jonge predikheer en van de koster.
Receptie
Stadsliteratuur. Het betreft hier een rederijkersklucht die zich afspeelt te Hillegom en bewaard bleef in een rederijkerscontext. Verband met Haarlem.
Profaan / religieus?
Half profaan, half religieus (reformatorische propaganda).
[explicit 24 augustus 1996]