Het Tübingse Sint-Geertruihandschrift (anoniem) circa 1445-50 / XVI

[Diplomatische teksteditie: Hans Kienhorst en Gerard Sonnemans (eds.), Het Tübingse Sint-Geertruihandschrift – Hs. Tübingen, Universitätsbibliothek, Me.IV.3 – Diplomatische editie. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden – deel III, Verloren, Hilversum, 1996 = Tübingse Sint-Geertruihandschrift ed. 1996]

Auteur

Anoniem.

Genre

Een verzamelhandschrift met Middelnederlandse geestelijke rijmteksten [ed. 1996: 9].

Situering / datering

Dit handschrift wordt sinds 1846 bewaard in de Universitätsbibliothek van Tübingen (sign. Me.IV.3). Het oudste deel van het handschrift (Ia, Ib en II = de nummers 1-6 in de editie-1996) werd geschreven in Holland omstreeks 1445-50. In de volle zestiende eeuw werd daar in het Amsterdamse Sint-Geertruiklooster (waar het handschrift zich toen bevond) door een zuster nog een deel aan toegevoegd (de nummers 7-8) [ed. 1996: 9 / 14].

Inhoud

Het oudste stuk (ff. 1-62) bestaat uit drie delen (pars Ia, pars Ib, pars II). Later werd hier pars III (ff. 63-66) aan toegevoegd. Zie voor een gedetailleerder inhoudsoverzicht ed. 1996: 9 / 41-42.

Thematiek

De rode draad doorheen de diverse teksten is het leven na de dood en de implicaties daarvan voor het dagelijks bestaan [ed. 1996: 9].

Receptie

In de zestiende eeuw bevond het handschrift zich in een Amsterdams vrouwenklooster, waar het ook werd aangevuld. Het gaat hier dus om kloosterliteratuur binnen de stad [ed. 1996: 9]. Het zou kunnen dat het geïntendeerde publiek van het oudste gedeelte niét in een monastiek milieu dient gezocht [ed. 1996: 11]. Verband met Amsterdam.

Profaan / religieus?

Stichtelijk-religieus van aard.

Verdere lectuur

Sonnemans 1992 handelt over één van de teksten uit dit handschrift (een Laatste Oordeel-traktaat): G.H.P. Sonnemans, “Een berijmd Middelnederlands traktaat over het Laatste Oordeel (hs. Tübingen, U.B., Me IV 3, fol. 35r-59v)”, in: Ons Geestelijk Erf, deel 66, afl. 4 (december 1992), pp. 284-293.

[explicit 14 juli 1997]