Virgilius
Van zijn leuen / doot / ende vanden wonderlijcken wercken
die hi dede by nigromancien / ende by dat behulpe des duuels
(anoniem) circa 1525?
[Teksteditie: Jan Gessler en Fr. Van Den Wijngaert (eds.), Virgilius – Facsimile van de oudste druk van het Vlaamse volksboek. Uitgeverij De Vlijt, Antwerpen, 1950 = Virgilius ed. 1950]
[Teksteditie: Piet J.A. Franssen (ed.), De tovenaar Virgilius – Een tekstuitgave van: Virgilius – Van zijn leven, doot, ende van den wonderlijcken wercken die hi dede by nigromancien ende by dat behulpe des duvels – Antwerpen, Willem Vorsterman, circa 1525. Verloren, Hilversum, 2010 = Virgilius ed. 2010]
[NK 2145] [Debaene pp. 191-197]
Auteur
Anoniem.
Genre
Een zestiende-eeuws, Middelnederlands volksboek. Franssen [1995] rekent de tekst tot het genre van de ‘anekdotenbiografie’ (vergelijk De Pastoor van Kalenberg, Uilenspiegel, Pfaffe Amis…).
Situering / datering
Het betreft hier een druk die circa 1525 (?) verscheen te Antwerpen bij Willem Vorsterman. Het enig bekende exemplaar wordt bewaard in het Londense British Museum [ed. 1950: 41 / 52]. Uit het begin van de zestiende eeuw bleven ook Franse en Engelse drukken rond hetzelfde onderwerp bewaard. Of de Nederlandse uitgave een vertaling is van een Franse druk, is vooralsnog onduidelijk [ed. 1950: 43, Debaene 1977: 195-196]. Volgens Franssen en Hartlieb [1994] zou de druk van Vorsterman een gewijzigde herdruk zijn van een in het Nederlands geschreven ‘basistekst’. De Middelnederlandse Virgilius-versie zou dus ouder zijn dan de Franse (en de Engelse)… Van een jongere Middelnederlandse druk (Amsterdam, 1552) is wel het bestaan, echter geen exemplaar bekend [ed. 1950: 41, Debaene 1977: 197]. In 1570 kwam het boek op de Index terecht.
Inhoud
Zie hiervoor ed. 1950: 52-58 en Debaene 1977: 192-194.
Thematiek
In de vorm van een biografie worden rond de persoon van de Romeinse dichter Virgilius een aantal apocriefe anekdoten opgehangen. Merkwaardig daarbij is dat Virgilius als een tovenaar wordt voorgesteld die de zwarte kunst via een list van de duivel leerde. De figuur van Virgilius komt uit de tekst echter hoofdzakelijk als positief naar voor: hij bedriegt de duivel, hij beschermt Rome via een magisch beeldhouwwerk (de Salvatio Romae), hij maakt een mechanische ruiter en mechanische honden om in Rome de boeven ’s nachts van de straat te houden, hij maakt in Rome een grote lamp die ’s nachts de hele stad verlicht en hij sticht de stad Napels.
Heel wat last heeft Virgilius met de vrouwen: hij is ongelukkig getrouwd, wordt door een knap adellijk meisje belachelijk gemaakt (‘Virgilius in de mand’) waarna hij zich op originele wijze wreekt (hij laat al het vuur in Rome uitdoven en de mensen moeten nu vuur komen halen tussen de benen van het meisje, uit haar vagina dus), hij maakt in de lucht een beeld waardoor alle vrouwen hun libido verliezen, hij wordt verliefd op een soudaens dochtere (voor wie hij Napels sticht) en hij maakt een ‘metalen serpent’ dat iemand die liegt de hand afbijt. Een overspelige vrouw weet echter via een list deze ‘mond van de waarheid’ te verschalken.
Receptie
Stadsliteratuur. Het betreft hier immers een zestiende-eeuwse, Antwerpse druk. Typisch voor de burgerlijke thematiek is verder de centrale rol die steden in dit verhaal spelen (Rome, Napels) en de vrij negatieve houding tegenover de wellust en het bedrog der vrouwen (met slechts een minieme verontschuldiging tegenover de goede vrouwen, zie ed. 1950: F1v). Verband met Antwerpen.
Profaan / religieus?
Profaan (met een klein religieus tintje: de duivel).
Verdere lectuur
[explicit 4 juni 1995]