2016 © Dr. Lucas van Dijck
De beroemde schilder met de naam Jheronimus Bosch was een telg van een familie die zich Van Aken noemde. Het is derhalve logisch te veronderstellen dat de aloude stad Aachen de bakermat van de familie is geweest. De oudst aanwijsbare sporen gaan echter terug naar Nijmegen, waar de grootvader van Jheronimus met de naam Jan Thomaszoon van Aken zich als schilder gevestigd had. Ook diens broers Thomas en Hubert waren schilder te Nijmegen. Nijmegen was bekend als klein centrum van schilderkunst en beeldhouwkunst waar ook de gebroeders van Limburg en de schilders Maelwael directe contacten hadden met deze stad.
De grootvader van Jheronimus, Jan van Aken, bracht zijn jeugd door in Nijmegen, en besloot rond 1427 naar s-Hertogenbosch te verhuizen. Hij liep toen tegen de 50 jaar. Ín Nijmegen woonde vanaf dat moment geen enkele schilder Van Aken meer. De reden om naar de Brabantse hoofdstad te vetrekken is niet duidelijk, maar de stad van ca. 20.000 inwoners kende geen enkele schilder van naam. Er waren zeer veel kloosters en rijke burgers, zodat er wat meer emplooi te vinden was. Het gezin van Jan vestigde zich in de Vuchterstraat (zuidzijde) vlak bij de Jorisstraat, ongeveer vier panden vanaf de hoek naar het westen toe, richting Vughterpoort. De plek heette Regenberchserve. Van de werken van Jan zijn wellicht het familieportret Van der Wyele en de Boom van Jesse in de St. Janskerk de enig overgeblevene.
De vader van Jheronimus, genaamd Anthonius, trouwde de kleermakersdochter Aleid van der Mynne; een buitenechtelijke dochter, verwekt bij Margaretha Coemptschier uit Heesch bij Oss. In 1462 kocht hij een pand aan de Markt, waar zijn kinderen, met o a. Jheronimus hun jeugd doorbrachten. Samen met de zonen Goessen en Jan, en de laatstgeborene Jheronimus, is in dat pand vermoedelijk het kleine familieatelier gevestigd geweest. Jheronimus zal geboren zijn in ca. 1450 en trouwde, vrij laat, in ca. 1481 met de welgestelde patriciërsdochter Aleid van de Meervenne. Zij bezat een ander huis aan de Markt waar Jheronimus met zijn vrouw introk. Zijn jongste zus Herbertke werd er hulp in de huishouding. Helaas werden er geen kinderen van Jheronimus geboren.
Het is goed om te weten dat Jheronimus van Aken eigenlijk Joen van Aken heette in de kring van familie en bekenden, een voornaam die nergens anders voorkomt in ’s-Hertogenbosch. In de latijnse oorkonden en op meer formeel niveau werd dat Jheronimus. De naam Jeroen komt zo goed als niet voor en is derhalve onjuist. De naam Bosch voerde Jheronimus zelf in om zijn directe verbondenheid met de stad tot uiting te brengen. Zo werd Joen van Aken Jheronimus Bosch, waarmee hij zijn werken ook signeerde. Overigens, de kerkvader Jheronimus is een andere heilige dan de Hollandse Jeroen!
Tot 1516 leefde Jheronimus op de Markt, werd lid van de belangrijke Illustere Lieve Vrouwebroederschap, een behoudende katholieke middeleeuwse rotaryclub, maar valt toch op door zijn teruggetrokkenheid. Hij heeft nooit iets gekocht of verkocht, zelden een lening gesloten of verleend, geen enkele bestuursfunctie bekleed, was nooit voogd e.d..; Zelfs legaten aan hem of door hem verleend zijn onbekend. Geen klooster heeft hij bedacht. Geen testament of grafzerk heeft hij ons gegund. Als mens bleef hij onbekend en gesloten. Joen van Aken overleed waarschijnlijk aan een pleuritis in 1516, toen de begrafenis plaatsvond op 8 augustus.