De Bruyn 2001e
“Los Grandes Trípticos del Bosco” (Eric De Bruyn) 2001
[in: Joan Sureda (ed.), Svmma Pictorica III – El Siglo XV Europeo. Planeta, s.l. (Barcelona), s.d. (2001), pp. 318-335]
Deze bijdrage omhelst een algemene inleiding tot Bosch die zich vooral concentreert op de belangrijkste triptieken van Bosch. De meeste kenners beschouwen Bosch als een moraliserende schilder die een traditioneel-christelijke boodschap brengt. De cultuurhistorische benadering is het meest vruchtbaar gebleken wanneer het gaat om een correct begrip van zijn schilderijen. Bosch leefde in het hertogdom Brabant rond 1500 en dus is het in de eerste plaats (de studie van) de cultuur en literatuur van deze streek die kan dienen als een betrouwbare gids voor het werk van deze kunstenaar. In zijn thuisstad was Bosch een gegoede burger. Als kunstenaar werd hij blijkbaar zeer geapprecieerd door de hoogste adellijke kringen, zowel tijdens als na zijn leven.
Het middenpaneel van de Hooiwagen-triptiek toont het zondige gedrag van de mensheid, maar tegelijk herinnert het eraan dat elke zondaar verlost kan worden, dankzij Jezus (die bovenaan op het paneel Zijn wonden toont). De exacte betekenis van de hooi-symboliek wordt niet alleen verklaard door bijbelse passages, maar ook door laatmiddeleeuwse, in het Middelnederlands en Latijn geschreven teksten. Middelnederlandse literaire teksten in het bijzonder kunnen vaak bijdragen tot een beter begrip van Bosch’ symboliek, zoals aangetoond wordt door de marskramer die met een stok een grommende hond op afstand houdt op de buitenluiken. In Middelnederlandse teksten kon een hond verwijzen naar de duivel, een marskramerkorf kon een symbool zijn van de last der zonden die door een persoon meegedragen wordt, en een stok kon de steun symboliseren die geboden wordt door het oprechte geloof in Christus. Dit is iets wat Bosch altijd doet: hij waarschuwt voor dwaasheid, zondigheid en de duivel, maar zet ook aan tot vrome navolging van Christus en de heiligen, met als einddoel van dit alles om de hemel te bereiken na het Laatste Oordeel.
Eén van deze exemplarische heiligen is Sint-Antonius, aan wie de prachtige Verzoekingen van de H. Antonius-triptiek in Lissabon is gewijd. De binnenpanelen overwelmen de kijker met een lawine van briljant uitgebeelde duivels, heksen en diabolisch gespuis die de heilige zoveel mogelijk trachten te verontrusten. De scènes waarin Antonius lichamelijk gekweld wordt, werden duidelijk geïnspireerd door middeleeuwse verzamelingen van heiligenlevens zoals de Legenda aurea of de Vitas Patrum, maar op andere plaatsen hebben de kwellingen een meer psychologisch karakter, en hier lijkt Bosch zijn verbeelding de vrije teugel te hebben gegeven: hij laat de diabolische wezens Antonius mentaal kwetsen door alles wat de heilige dierbaar is te misbruiken en te vervormen. Nochtans wijst Antonius, onaangedaan door de helse pesterijen rondom hem, naar Christus, die naast een altaar met een kruisbeeld staat. Bosch’ boodschap is hier dat de verzoekingen van de duivel kunnen weerstaan worden door te mediteren over de Passie van Christus, waarnaar de scènes op de buitenluiken verwijzen.
Nog een meesterwerk van Bosch is de Tuin der Lusten-triptiek in het Prado. De kunsthistorici zijn het niet eens over de iconografie van dat schilderij, vooral dan die van het middenpaneel. Maar als we de man en de vrouw in de rechterbenedenhoek van dit paneel duiden als Adam die zijn vrouw Eva ervan beschuldigt de zonde in de wereld gebracht te hebben, dan zou het onderwerp van het middenpaneel Sicut erat in diebus Noe kunnen zijn, een citaat uit het evangelie volgens Mattheus (24, 37) dat onderdeel is van een passage waarin Christus waarschuwt voor het Laatste Oordeel. Het middenpaneel zou dan de verloedering van de mensheid vóór de Zondvloed uitbeelden die het resultaat is van de Val van Adam en Eva, en zou zo kunnen begrepen worden als een waarschuwing voor het Laatste Oordeel, want zondig en wellustig gedrag zal uiteindelijk bestraft worden in de hel. Heel wat details van dit fascinerende kunstwerk wachten nog op een verklaring. Het probleem hier is de kloof van 500 jaren die gaapt tussen de late Middeleeuwen en onze tijd, waardoor de moderne kijker (die niet meer vertrouwd is met de allegorische benadering van onderwerpen) het moeilijk heeft om de precieze betekenis van bepaalde laatmiddeleeuwse metaforen en symbolen te begrijpen. Nochtans kan deze kloof overbrugd worden door nauwkeurig de literatuur, kunst en cultuur van Bosch’ eigen tijd te bestuderen.
Een algemene consensus bestaat evenmin rondom de chronologie van Bosch’ werken en in sommige gevallen bestaat er twijfel over de authenticeit van een bepaald schilderij. Een systematisch laboratoriumonderzoek van het Bosch-oeuvre is één van de meest dringende desiderata voor de nabije toekomst. Als dit tot gevolg heeft dat sommige werken uit de Bosch-cataloog dienen geschrapt, dan hoeft dit niet gezien te worden als een totaal verlies, want dan worden deze werken een onderdeel van een ander interessant studieterrein: het omvangrijke corpus van schilderijen die gemaakt werden door zestiende-eeuwse Bosch-imitators en navolgers.
[explicit 28 mei 2020]