Ebeling 1948
“Jheronimus van Aken” (H.J.M. Ebeling) 1948
[in: Miscellanea J. Gessler, deel I, s.l. (Antwerpen), 1948, pp. 444-457]
[Ook vermeld in Gibson 1983: 27 (B1)]
Ebeling (stadsarchivaris van ’s-Hertogenbosch) plaatst een aantal kritische kanttekeningen bij wat vroegere auteurs schreven over het leven van Jheronimus Bosch. Hij doet dat voornamelijk aan de hand van de ‘Rekeningen’ van de Onze-Lieve-Vrouwebroederschap. De bijnaam ‘Bosch’ treffen we voor het eerst aan in de rekening van Filips de Schone uit 1504, waaruit blijkt dat deze bij Bosch een schilderij bestelde: ‘Jéronimus van Aeken, dit Bosch, paintre, demeurant au Bois-le-Duc’. De tweede keer is dat in een Broederschapsrekening uit 1509/10: ‘Jheronimus van Aken, scilder, die hem scrift Bosch’.
Dat Jeroens vader ‘Anthonis’ heette, wordt bevestigd door een Broederschapsrekening uit 1486/87, waaruit blijkt dat ‘Jheronimus Anthonissoen van Aken’ toen als nieuw lid werd ingeschreven, en uit een Bossche schepenakte van 1520: ‘Jheronimum de Aken, filium quondam Anthonii, tamquam maritum et tutorem legitimum Aleydis sue uxoris filie dicti quondam Godefridi de Merevenne’. Of Bosch in ’s-Hertogenbosch geboren is, valt voorlopig niet te bewijzen, maar het feit dat reeds in de dertiende eeuw families Van Aken in de stad woonden, wijst wel in die richting.
In 1487/88 vermelden de Broederschapsrekeningen een ‘Jeroen’ die ‘maelder’ is geworden. Hoogstwaarschijnlijk werd Bosch in dat jaar ‘vrije meester’. Vóór dat jaar wordt Bosch slechts twee maal ergens vernoemd: in 1484 als ‘man en momber’ van Aleyt van Mervenne, en in 1486/87 als nieuw lid van de Onze-Lieve-Vrouwe-broederschap. Telkens zonder vermelding van ‘maelder’. In die tijd werd men ‘vrije meester’ op 25-, 26-, 27-jarige leeftijd, wat zou betekenen dat Bosch geboren werd in 1460, 1461 of 1462.
In de Broederschapsrekeningen worden een aantal werkzaamheden toegeschreven aan ‘Jeroen / Joen / J(h)eronimus’ de schilder. Dat zijn:
Uit de archieven blijkt dat de binnenluiken van dit retabel (het was overigens een Onze-Lieve-Vrouwe-retabel dat stond op het altaar van de Broederschap in de Sint-Jan) tussen 1521-1523 beschilderd werden door de Brusselse schilder Gielis van Hedel, ook Gielis Van den Bossche genoemd. Wellicht was deze Gielis een navolger of zelfs een leerling van Bosch. Ebeling kan zich niet voorstellen dat drie eerste, hierboven genoemde werkzaamheden door Bosch zouden zijn uitgevoerd. Hij vermoedt dat er rond 1500 nog één of twee andere schilders in Den Bosch werkten die ‘Jheronimus’ heetten.
[explicit]