Gerlach 1969a
“Het geestelijk klimaat in de stad ’s-Hertogenbosch ten tijde van Jeroen Bosch” (P. Gerlach O.F.M. Cap.) 1969
[in: Brabantia, XVIII (1969), pp. 51-62]
[Herdrukt in Gerlach 1988: 29-38]
[Ook vermeld in Gibson 1983: 144 (G58)]
De opdrachtgevers van Bosch moeten we voornamelijk zoeken onder de meer ontwikkelden, en vooral onder de geestelijken. Deze laatsten konden Bosch ruim voorlichten omtrent de dingen die hij schilderde.
Het religieuze klimaat in ’s-Hertogenbosch circa 1500 was heel gunstig: het kloosterleven bloeide en naar verluidt waren er in de stad en haar omgeving ‘een menigte vrome mannen en vrouwen’ die de ‘devotio’ beoefenden. Natuurlijk was de clerus ook hier niet foutloos, maar erger dan elders was het evenmin.
Gerlach geeft dan een overzicht van de geestelijke lectuur die leken en kloosterlingen tot hun beschikking hadden in ’s-Hertogenbosch. Hij merkt ook op dat het nog moet bewezen worden dat Jeroen van bijgeloof ‘bezeten’ was, zoals sommigen beweren. Alleen een grondige studie van het bijgeloof in Bosch’ tijd en milieu zal daarover uitsluitsel kunnen geven.
[explicit]