Heidenreich 1970
“Hieronymus Bosch in Some Literary Contexts” (Helmut Heidenreich) 1970
[in: Journal of the Warburg and Courtauld Institutes, 33 (1970), pp. 171-199]
[Ook vermeld in Gibson 1983: 34 (C20)]
Heidenreich bespreekt een aantal verwijzingen naar Bosch in zeventiende-eeuwse Spaanse teksten. Uit de talrijke allusies op Bosch in het werk van Quevedo meent hij te mogen afleiden dat deze auteur een versluierde bewondering had voor Bosch. Andere Spaanse auteurs zien in de schilder een atheïst (Juan Pérez de Montalbàn), een schepper van wellustige voorstellingen (Butrón, Pacheco) of gewoon van bizarre droomtaferelen (Carducho, de populaire literatuurgenres, de Spaans-Portugese Manuel de Melo).
De stelling dat Bosch in het zeventiende-eeuwse Spanje als een ketter werd gezien, wordt volgens Heidenreich door de onderzochte documenten niet overtuigend bewezen. Wel blijkt dat de naam Bosch in literaire teksten en kritieken geassocieerd werd met een bepaald (bizar, grotesk, grillig) genre dat meestal negatief geëvalueerd werd.
De algemene indruk die men aan Heidenreichs artikel overhoudt, is overigens dat de zeventiende-eeuwse Spaanse auteurs bitter weinig van de Brabantse schilder hebben begrepen.
[explicit]