Ineba 2003
“The Triptych of the Insults attributed to El Bosco. A technical study” (Pilar Ineba) 2003
[in: Hélène Verougstraete en Roger Van Schoute (red.), Le dessin sous-jacent et la technologie dans la peinture. Colloque XIV. 13-15 septembre 2001. Bruges-Rotterdam. Jérôme Bosch et son entourage et autres études. Uitgeverij Peeters, Leuven-Parijs-Dudley (Ma), 2003, pp. 58-63]
Pilar Ineba (een Valenciaanse doctor gespecialiseerd in conservatie en restauratie) bespreekt de technische kant van de Doornenkroning-triptiek (door haar Triptiek van de Beledigingen genoemd) die bewaard wordt in het Museo de Bellas Artes de Valencia San Pio V. Deze triptiek werd in de zestiende eeuw naar Valencia gebracht door Mencía de Mendoza (de derde vrouw van Hendrik III van Nassau). In 1554 werd Mencía begraven in het Klooster van Santo Domingo in Valencia en de triptiek werd ondergebracht in één van de kapellen van dit klooster. In de negentiende eeuw werd de triptiek overgebracht naar wat nu het Museo de Bellas Artes van Valencia is. In Spanje bevinden zich nog twee andere schilderijen die dezelfde compositie tonen als het middenpaneel (El Escorial / Museo Làzaro Galdiano, Madrid). Het technisch onderzoek (radiografie en infraroodreflectografie) legde de volgende verschillen bloot tussen het middenpaneel en de zijluiken:
Hieruit blijkt dat aan het middenpaneel meer aandacht werd besteed dan aan de zijluiken en dat de artistieke kwaliteit van het middenpaneel groter is dan die van de zijluiken. Ineba suggereert tussen de regels door dat de triptiek het werk is van de Bosch-leerling die door Felipe de Guevara vermeld wordt.
Opgemerkt dient te worden dat de kwaliteit van het Engels in deze bijdrage vaak te wensen overlaat (slechte vertaling) en dat de inhoud van de abstract (samenvatting) op verscheidene punten niet overeenstemt met de inhoud van de bijdrage zelf. De hier besproken triptiek is hoogstwaarschijnlijk een werk uit de Bosch-navolging (vergelijk de dendrochronologische bevindingen in Klein 2003: 5 /6 (fig. 2).
[explicit]