Koldeweij 2023
“Four of the Triptychs by Jheronimus Bosch as ‘exempla iustitiae’ and Albrecht Dürer’s ‘gross beth’” (Jos Koldeweij) 2023
[in: Jos Koldeweij en Willeke Cornelissen (eds.), Jheronimus Bosch – His Workshop and His Followers – 5th International Jheronimus Bosch Conference, May 11-13, 2023, Jheronimus Bosch Art Center, ’s-Hertogenbosch, The Netherlands. Jheronimus Bosch Art Center, ’s-Hertogenbosch, 2023, pp. 134-167]
In West-Europa waren rond 1500 uitbeeldingen van het Laatste Oordeel bijna altijd aanwezig in of nabij raadkamers en plekken waar recht werd gesproken als ‘exempla iustitiae’ (voorbeelden van gerechtigheid). Koldeweij stelt dat Bosch’ Laatste Oordeel-drieluiken in Brugge en Wenen niet alleen memoriestukken waren maar ook gerechtigheidsvoorstellingen. Dat laatste zou ook kunnen gelden voor de Visioenen uit het Hiernamaals-panelen (Venetië), voor Lucas Cranachs kopie van het Weense Laatste Oordeel (mogelijk bestemd voor het stadhuis van Wittenberg) en zelfs voor Bosch’ Hooiwagen-, Marskramer- en Tuin der Lusten-drieluiken. In 1517 werd dit laatste drieluik door Antonio de Beatis en enkele jaren later ook door Albrecht Dürer gezien in het Brusselse paleis van Hendrik III van Nassau. Beiden vermeldden ook de aanwezigheid van een ‘groot bed’ in hetzelfde paleis. Wellicht was dit niet een gewoon bed, bestemd voor losbandigheid, maar een zogenaamd lit de justice, een ‘staatsiebed’: een platform bedekt met kostbare stoffen en bedoeld voor ceremoniële ontvangsten. Mogelijk bevond dit ‘bed’ zich in dezelfde zaal waar ook de Tuin en andere schilderijen hingen, en die gebruikt werd voor raadszittingen en rechtszaken. Het zou kunnen dat De Beatis en Dürer het Franse woord ‘lit’, dat gebruikt werd door een gids tijdens hun rondleiding door het Brusselse Nassau-paleis, verkeerd begrepen hebben.
[explicit 19 april 2024 – Eric De Bruyn]