Koreny 2004
“Hieronymus Bosch – Überlegungen zu Stil und Chronologie – Prolegomena zu einer Sichtung des Oeuvres” (Fritz Koreny) 2004
[in: Jahrbuch des Kunsthistorischen Museums Wien – Band 4/5 – 2002/2003. Verlag Philipp von Zabern, Mainz am Rhein, 2004, pp. 46-75]
In het verleden hebben de toeschrijving en de datering van Bosch’ werken aanleiding gegeven tot uiteenlopende meningen. Sinds kort wordt het kunsthistorisch onderzoek echter aanzienlijk geholpen door de resultaten van de dendrochronologische analyse en van de steeds beter wordende infraroodreflectografie. Vandaag hebben de kunsthistorici op die manier een veel breder informatiespectrum tot hun beschikking dan ooit tevoren. Aan de hand van infraroodreflectografie kan men vaststellen dat in het oeuvre van Bosch twee soorten ondertekening voorkomen. In het eerste type wordt gebruik gemaakt van een grove borstel, terwijl de kunstenaar in het tweede type een fijnere borstel hanteert, terwijl hier bovendien de arceringen hoofdzakelijk van linksboven naar rechtsonder verlopen, wat erop wijst dat deze kunstenaar linkshandig was.
De verschillende types ondertekening komen overeen met eveneens uiteenlopende uitvoeringskenmerken en met verschillende compositieprincipes. Ook de weergave van bomen en landschappen vertoont verschillen. Zich baserend op deze analyse van stijl en ondertekening, stelt Koreny dat de Marskramer-triptiek (waarvan het middenpaneel verloren ging), de Verzoekingen van de H. Antonius (Lissabon), de Sint-Hiëronymus (Gent), de Kruisdraging (Wenen), de Visioenen uit het Hiernamaals-zijluiken (Venetië), en het Hooiwagen-drieluik van het Prado niet geschilderd werden door Bosch, maar door een getalenteerde, linkshandige schilder die een halve generatie jonger was dan Bosch en nauw met de meester samenwerkte, en dit vanaf 1500. Koreny suggereert dat dit de discipulo zou kunnen zijn die rond 1560 vermeld wordt door Felipe de Guevara. Deze kunstenaar, die door Koreny ‘de Hooiwagen-meester’ (Heuwagen-Meister) gedoopt wordt, zou ook verantwoordelijk geweest zijn voor het overschilderen van de schenker in Bosch’ Johannes de Doper (Madrid).
Koreny’s analyse van de aan Bosch toegeschreven schilderijen heeft ook zijn weerslag op de aan Bosch toegeschreven tekeningen. Het Uilennest (Rotterdam), de Boommens (Wenen) en Het veld heeft ogen, het woud heeft oren (Berlijn) zijn duidelijk van Bosch’ eigen hand. Deze drie tekeningen vormen een betrouwbare vertrekbasis voor verdere toeschrijvingen. Koreny stelt dat de sketch met twee farizeeërs (New York) en het studieblad met vier Antonius-figuren (Parijs) eigenhandige Bosch-tekeningen zijn, terwijl de Drolerie met Bijenkorf (Wenen) en de Graflegging (Londen) door de Hooiwagen-Meester getekend werden. Bovendien schrijft Koreny twee tekeningen die voorheen weinig de aandacht hebben getrokken, toe aan Bosch: De Vergadering van de Vogels (Berlijn) en De Strijd tussen de Vogels en de Zoogdieren (Berlijn).
[explicit 5 juni 2020]