Leymarie 1949
Jérôme Bosch (Jean Leymarie) 1949
[Aimery Somogy, Parijs, 1949, 120 blz.]
[Nederlandse vertaling: Jean Leymarie, Jheronimus Bosch, Van Holkema & Warendorf, Amsterdam, 1949, 102 blz.]
[Ook vermeld in Gibson 1983: 8 (A35)]
Een korte inleiding bij een groot aantal kleur- en vooral zwartwitfoto’s van zeer middelmatige kwaliteit. Over het leven van de schilder is ons zeer weinig bekend. Zijn vertrouwdheid met het toneel verklaart de in zijn werk zo treffend-juiste toneeloptiek. In tegenstelling tot de opvolgers van Van Eyck met hun kunstmatige en plechtstatige banaliteit, geeft Bosch blijk van een heldere, spottende blik op de wereld. Typisch is ook zijn grondeloze pessimisme ten aanzien van de wereldse ijdelheid.
Surrealisme en psychoanalyse verlenen de droombeelden van Bosch een verrassende moderniteit. De enen noemen hem een ketter, anderen noemen hem een moralist: ‘Het is wellicht het beste de geheimenissen niet bloot te leggen, maar de ziener – misschien argelozer dan men meent – vrij spel te laten in zijn ongezochte, boeiend tragikomische fantasmagorieën…’ [X].
Uit een citaat als dit blijkt duidelijk dat Leymarie’s tekst niet grensverleggend kan genoemd worden. Zijn inleiding is zeer oppervlakkig en doet niets anders dan vroegere Bosch-auteurs een beetje napraten.
[explicit]