Reedijk 2016
“Verlost van alle kwaad – Jeroen Bosch’ hoop op de goede afloop” (Wim Reedijk) 2016
[in: Herademing – Tijdschrift voor Spiritualiteit en Mystiek, jg. 24, nr. 91 (maart 2016), pp. 42-46]
In het werk van Bosch heeft het kwaad twee gedaanten: het kwaad dat de mensen elkaar aandoen en het kwaad dat in elke mens schuilt (de zondigheid). Volgens de Bijbel heeft de zonde tot de onontkoombare dood geleid. De Hooiwagen-triptiek is een duidelijk voorbeeld van deze thematiek.
Nochtans schuilt in de schilderijen van Bosch ook hoop en schetst hij een optimistischer beeld over de toekomst van de mens dan sommige auteurs willen doen uitschijnen. Het gebaar dat Christus bovenaan het middenpaneel van de Hooiwagen maakt, is geen gebaar van wanhoop maar van mededogen: Christus toont Zijn wonden en maant zo de mens aan de zonden te laten en het eeuwige leven te verkiezen. Christus is immers tot op het laatst bereid de zondaar vergeving te schenken. De marskramerfiguur op de buitenluiken en het gelijkaardige hoofdpersonage van de Rotterdamse tondo stellen de mens voor die op het einde van zijn leven tot inkeer komt. Bosch’ christelijke boodschap komt er dus op neer dat het kwaad en de zonde overal op de loer liggen, maar ook dat er dankzij Christus hoop is op verlossing.
Dit artikel leunt sterk aan bij De Bruyn 2001a en De Bruyn 2001b.
[explicit 22 augustus 2016]