Silva Maroto 2001
“Bosch in Spain: On the Works Recorded in the Royal Inventories” (Pilar Silva Maroto) 2001
[in: Jos Koldeweij, Bernard Vermet en Barbera van Kooij (red.), Hieronymus Bosch. New Insights Into His Life and Work. Museum Boijmans Van Beuningen-NAi Publishers-Ludion, Rotterdam, 2001, pp. 40-46]
Wanneer men verwijst naar Bosch-werken in oude Spaanse inventarissen, dan gaat men vaak slordig te werk. Men vermeldt bijvoorbeeld niet dat bepaalde werken naar een andere locatie werden overgebracht of men geeft de juiste datum niet waarop bepaalde werken werden weggegooid (omdat ze te oud en versleten waren). Nochtans kunnen deze gegevens ons informatie verschaffen over de veranderende waardering die men in de Spaanse koninklijke kringen van de zeventiende tot de negentiende eeuw had voor Bosch-werken. Men stelt dan vast dat vele Bosch-werken in de loop der eeuwen minder gewaardeerd werden en naar minder belangrijke locaties werden overgebracht.
Omwille van plaatsgebrek beperkt de auteur zich in deze bijdrage tot de inventarissen van het Pardo-paleis (niet te verwarren met het Prado). Zij overloopt de aan Bosch toegeschreven werken uit de inventarissen van 1564, 1591, 1614, 1623, 1653 en 1700. Hieruit blijkt onder meer dat Filips II niet alleen Bosch-werken heeft gekocht van de erfgenamen van Felipe de Guevara, maar dat hij hoogstwaarschijnlijk ook Bosch-werken verwierf uit het bezit van Mencia de Mendoza (de Spaanse vrouw van Hendrik III van Nassau).
In het Pardo-paleis bevond zich in 1614 een kopie van de Tuin der Lusten-triptiek. Het middenpaneel wordt in de inventaris beschreven als een voorstelling van worldly pursuits (wereldlijke bedrijvigheid, in het origineel Spaans: el trafago del mundo). Silva Maroto is van mening (zonder daarvoor een bewijs te geven overigens) dat deze kopie gemaakt werd in de Nederlanden, nog vóór het origineel (in het bezit van Willem van Oranje) in 1568 in beslag werd genomen. In 1623 bevond de kopie zich nog steeds in het Pardo, maar in oktober/november van datzelfde jaar werd zij overgebracht naar het Alcázar in Madrid.
Het is jammer dat de citaten uit de oude inventarissen in deze bijdrage alleen in het Engels worden gegeven. Voor het origineel Spaans kan men echter terecht bij de bijdrage van Paul Vandenbroeck in dezelfde bundel (zie Vandenbroeck 2001b). Merkwaardig is overigens dat Silva Maroto net zo min als Vandenbroeck ook maar één vraagteken plaatst bij de betrouwbaarheid van Spaanse toeschrijvingen aan Bosch rond 1600.
[explicit]