STEEL
Steel = fallus
[Bax 1948 : 68. ‘Over vogel in phallische zin werd reeds geschreven. Het steeltje van een bloem kwam in onze volkstaal voor in dezelfde betekenis.’
[Bax 1956 : 44. ‘De stengel van een bloem, het steeltje van een vrucht en het twijgje van een struik konden een phallische functie hebben.’]
Stijevoort I ed. 1929 (1524)
- 212 (nr. CVI, verzen 29-30). Zot rederijkersrefrein op de stok ‘Een man es een man wat leyt aen die langhe beenen’ zegt een dwerg: Al syn ons stylkens cort tcorpus es reene / Een man es een man wat leyt aen de lange beene.
Doesborch II ed. 1940 (1528-30)
- 257 (nr. CXLV, verzen 8-10). Zot-erotisch rederijkersrefrein. Die ruyter sprack: mijnen eglentier / Sal ick int aertrijc wel bringen schier, / Den steel is stijf ghelijc den stake. Naar deze vindplaats wordt ook verwezen in Bax 1948: 68 (noot 89).
Diversche Liedekens ed. 1943 (XVIb)
- 60 (nr. XXV, strofe 4, verzen 7-10). Amoureus-erotisch rederijkerslied van Matthijs de Castelein. Doen clam ick op haer buyckskin / En zy ontfijnck mijn steelkin / Wy speelden d’oude speelkin / Ghelijck ons vader plach.
[explicit 4 december 2019]