Braet 2001
“In de hel is alles met de hand gemaakt” (Jan Braet) 2001
[in: Knack, jg. 31, nr. 35 (29 augustus 2001), pp. 48-54]
Dit tijdschriftartikel kondigt de Bosch Tentoonstelling in Rotterdam (najaar 2001) aan en is gebaseerd op een interview met curator Jos Koldeweij. De tentoonstelling is onder meer bedoeld als een presentatiemoment van het jongste onderzoek naar Bosch, die wordt gesitueerd in de overgangsfase tussen Middeleeuwen en Renaissance. Bosch was naar verluidt een moralist met veel invloed van de Moderne Devotie en zijn werk bevat naast profane en volkse metaforen een diep uitgewerkte religieuze symboliek. Dat Bosch in een familie-atelier werkte is bijna zeker, maar zwak gedocumenteerd, net als zijn biografie. Absolute zekerheden over het oeuvre zelf zijn al even dun gezaaid. Geen enkel van de ongeveer 25 als authentiek aanvaarde werken is gedateerd, en uit dendrochronologisch onderzoek is onlangs gebleken dat de Doornenkroning (Escorial) niet van Bosch kan zijn omdat de boom die het hout leverde voor het paneel tijdens Bosch’ leven nog niet geveld was.
Koldeweij signaleert hier ook twee ‘pitches’ van de tentoonstelling. Johannes op Patmos (Berlijn) en Johannes de Doper (Madrid) zouden in 1489/90 geschilderd zijn voor het retabel van de Onze-Lieve-Vrouwebroederschap. En de Rotterdamse Marskramer-tondo zou samen met Het Narrenschip (Parijs), De Dood van een Vrek (Washington) en De Allegorie op de Gulzigheid (New Haven) de zijluiken hebben gevormd van een drieluik waarvan het middenpaneel nu verloren is.
Jan Braets artikel vormt een degelijke, op een breed publiek gerichte inleiding op de tentoonstelling. Twee kleine foutjes: Dirk Bax wordt ‘Dirk Backx’ gespeld en de beeldhouwer van het retabel van de Onze-Lieve-Vrouwebroederschap was niet Adriaan van Heeswijk maar Adriaen van Wesel.
[explicit 23 december 2014]