Limentani Virdis 1994
“Hiëronymus Bosch” (Caterina Limentani Virdis) 1994
[in: Roger Van Schoute en Brigitte de Patoul (red.), De Vlaamse primitieven. Davidsfonds, Leuven, 1994, pp. 437-459]
De thematiek van Bosch kan, ondanks de vaak verbazingwekkende uitwerking van de onderwerpen, minstens gedeeltelijk verklaard worden vanuit de cultuurhistorische context circa 1500. Het is perfect mogelijk de globale bedoelingen en de allegorieën van de schilder te begrijpen, maar wanneer men verder wil gaan en bijvoorbeeld zijn ‘persoonlijke ideologie’ tracht te reconstrueren komt de interpretatie op het subjectieve terrein terecht. Dat het werk van Bosch allusies op ketterij of hekserij bevat, daarvoor bestaat geen enkel bewijs.
Wanneer we de talrijke teksten uit Bosch’ tijd lezen, kunnen we vier plausibele interpretaties voor zijn werk ontdekken.
Limentani Virdis heeft duidelijk enkele klokken horen luiden, maar weet niet altijd waar de toonaangevende klepel hangt. Ook springt ze nogal nonchalant om met dateringen (Bosch werd geboren in 1450, de Tuin der Lusten moet in de jaren 1503-1504 gesitueerd worden, de Antonius-triptiek uit Lissabon kwam tot stand in 1505, de Brusselse Kruisiging zou van na 1507 dateren, enzovoort). Dat ’s-Hertogenbosch ‘in het uiterste noorden van Vlaanderen’ gesitueerd wordt [p. 447] is misschien een begrijpelijke vergissing voor een Italiaanse, maar zou toch niet aan de aandacht van de eindredacteur van een in België uitgegeven boek mogen ontsnapt zijn. Algemeen genomen zijn er betere algemene inleidingen tot Bosch denkbaar dan deze nogal warrige tekst.
[explicit 19 mei 2016]