Steemers 1979
Hieronymus Bosch – Een interpretatie van zijn Laatste Oordeelstriptiek te Wenen aan de hand van Middelnederlandse literaire bronnen (H.W. Steemers) 1979
[Alfa, Nijmegen, 1979, 88 blz.]
[Ook vermeld in Gibson 1983: 101-102 (E171)]
Steemers brengt Bosch’ Weense Laatste Oordeel-drieluik in verband met de niet-mystieke, visionaire literatuur, vooral die uit de Nederlanden, over de periode dertiende-midden zestiende eeuw. Hij doet dit op een grondiger en uitgebreider manier dan andere auteurs vóór hem en dat alles niet om aan te tonen dat Bosch die bronnen werkelijk kende en er de invloed van onderging, maar wel om op overeenkomsten te wijzen en zo de werken van Bosch opnieuw te doen leven. De aangehaalde teksten, die afkomstig zijn uit de cultuurwereld van Bosch en zijn tijdgenoten, vormen dan een verhelderende en boeiende commentaar op de afbeeldingen.
De grondige aanpak van Steemers brengt met zich mee dat men zich echt in het schilderij moet inwerken, maar de werken van Bosch, en zeker zijn triptieken, vragen gewoon om zulk een benadering. Het is zelfs jammer dat Steemers op het einde van zijn bespreking van het middenpaneel even wat slordiger wordt en een aantal scènes vergeet te analyseren.
Het is duidelijk dat de auteur zich aansluit bij de Bosch-visie die de schilder ziet als een moralist die in nauwe relatie staat tot de cultuurwereld waarin hij leefde. Wat zijn gedetailleerde beschrijving en cultuurhistorische analyse van de triptiek betreft, is Steemers een onmiddellijke navolger van Dirk Bax, wiens nog gedetailleerdere analyse van dezelfde triptiek overigens in 1983 postuum zou verschijnen.
Recensies
[explicit]