Zilverschoon 2009
“Klanken in kleur. De muzikale beeldtaal ten tijde van Jheronimus Bosch” (Jacoline Zilverschoon) 2009
[in: Madoc, jg. 23, nr. 1 (voorjaar 2009), pp. 22-32]
Na een algemene beschrijving van de muziekpraktijk in de vijftiende en vroege zestiende eeuw worden enkele muzikale details in een drietal schilderijen van Bosch bestudeerd. Op het middenpaneel van de Aanbidding der Wijzen-triptiek (Madrid, Prado) houdt één van de herders die op het dak van de stal liggen, een doedelzak vast. De doedelzak dient hier niet te worden gezien als een seksueel symbool, maar als een attribuut van de muzikale herder. Op het linkerluik van de triptiek begeleidt een doedelzakspeler twee dansende paartjes. Dit is wellicht een realistisch detail: de doedelzak is door zijn luide klank zeer geschikt voor dansen in de open lucht.
Op het middenpaneel van de Hooiwagen-triptiek (Madrid, Prado) biedt een non een doedelzakspeler een worst aan. Worst en doedelzak verwijzen hier naar de seks waar de non op uit is en dus naar de vergankelijke en zondige aardse ijdelheden. De musicerende lieden bovenop de hooiwagen zijn rijke burgers of edellieden die onder invloed van de duivel verkeren. Op het rechterluik van de Tuin der Lusten-triptiek (Madrid, Prado) zien we enkele klokken die als klepel een persoon hebben. Misschien kunnen we in de menselijke klepels predikers herkennen die de naam van God ijdel gebruikt hebben. Op hetzelfde luik zien we onderaan een aantal reusachtige instrumenten: harp, luit en draailier staan hier naast elkaar en verwijzen naar musici van verschillende sociale rang (koorzangers, bedelaars…). Muziek fungeert in dit detail als aanleiding tot zondig gedrag.
Bosch lijkt in zijn werken geen sociale hiërarchie toe te kennen wanneer het gaat om mensen en muziekinstrumenten: adel, koorzangers, predikers, speelmannen en bedelaars krijgen eenzelfde soort rol toebedeeld. De duiding van een instrument binnen een werk van Bosch staat niet bij voorbaat vast, maar wordt steeds bepaald door de context waarin het is afgebeeld.
Dit tijdschriftartikeltje maakt een oppervlakkige en zwakke indruk. Dat komt wellicht doordat het de bewerking is van een masterscriptie. Om een gefundeerder oordeel te kunnen vellen over Zilverschoons bevindingen, zou men dus eerst deze masterscriptie moeten lezen.
[explicit]