Religieuze poëzie (Cornelis Crul) XVIA
[Teksteditie: L. Roose (ed.), Religieuze poëzie van Cornelis Crul. Zwolse drukken en herdrukken voor de Maatschappij der Nederlandse Letteren te Leiden – nr. 12, W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle, 1954 = Crul ed. 1954]
Auteur
De Antwerpse rederijker Cornelis Crul (overleden tussen 1538 en 1551). Hoogstwaarschijnlijk behoorde hij als koopman tot de welgestelde burgerij [ed. 1954: 5 / 7].
Genre
Religieuze (‘vroede’) rederijkersgedichten.
Situering / datering
Het betreft hier gedichten die aangetroffen werden in verschillende bronnen en die dateren uit de eerste helft van de zestiende eeuw. Zie voor meer details ed. 1954: 9-21.
Inhoud
Zie hiervoor eveneens ed. 1954: 9-21.
Thematiek
Stichtelijk. De tekstbezorger beschouwt Crul als ‘erasmiaans-katholiek’, dat wil zeggen: katholiek maar met een onafhankelijke, kritische geest (heel wat kritischer dus dan bijvoorbeeld Anna Bijns) [ed. 1954: 34-35].
Receptie
Stadsliteratuur. Crul was een Antwerpse rederijker en behoorde tot de welgestelde Antwerpse burgerij [ed. 1954: 7]. De hier gepubliceerde gedichten zijn rederijkersgedichten ‘in het vroede’. Verband met Antwerpen.
Profaan / religieus?
Stichtelijk-religieus.
[explicit 7 september 1996]