Jheronimus Bosch Art Center

Hobill 2023

 

 

“The link between Bosch and Bruegel: Pieter Coecke’s workshop as intermediary” (Astrid Hobill) 2023

 

[in: Jos Koldeweij en Willeke Cornelissen (red.), Jheronimus Bosch – His Workshop and His Followers – 5th International Jheronimus Bosch Conference, May 11-13, 2023, Jheronimus Bosch Art Center, ’s-Hertogenbosch, The Netherlands. Jheronimus Bosch Art Center, ’s-Hertogenbosch, 2023, pp. 96-109]

 

 

Pieter Bruegel de Oude kan toegang gehad hebben tot de Boschiaanse beeldentaal en zelfs tot materiaal uit Bosch’ atelier via het atelier van zijn leermeester Pieter Coecke van Aelst. Het is mogelijk dat Bruegel in contact kon komen met bepaalde originele Bosch-werken via de relaties van zijn leermeester. Bovendien bevatten sommige van Coeckes werken Boschiaanse details. Iemand in Coeckes atelier, misschien niet Coecke zelf, moet bedreven zijn geweest in het imiteren van Bosch’ creaturen. Nadat Coecke het atelier van Bernard van Orley verlaten had, nam hij het atelier over van Jan Mertens van Dornicke, een weinig bekende kunstenaar die behoorde tot de groep van schilders die we kennen als de Antwerpse Maniëristen. Tegelijk met de opkomst van deze Antwerpse Maniëristen kende Antwerpen een boom van Boschiaanse pastiches en kopieën-naar-Bosch. De potentiële connectie tussen de Antwerpse Maniëristen en de Bosch-navolgers opent de deur naar een nauw verband tussen het Van Dornicke-atelier en deze navolgers. In zijn eigen atelier heeft Coecke wellicht ten minste één assistent tewerkgesteld, die voorheen werkte voor Van Dornicke en die zeer vertrouwd was met de Boschiaanse beeldentaal.

 

[explicit 15 april 2024 – Eric De Bruyn]

Harada/Vandivere 2023

 

 

“Mandijn’s Monsters: Shining a light on the techniques and motifs of a Bosch follower” (Kathryn Harada en Abbie Vandivere) 2023

 

[in: Jos Koldeweij en Willeke Cornelissen (red.), Jheronimus Bosch – His Workshop and His Followers – 5th International Jheronimus Bosch Conference, May 11-13, 2023, Jheronimus Bosch Art Center, ’s-Hertogenbosch, The Netherlands. Jheronimus Bosch Art Center, ’s-Hertogenbosch, 2023, pp. 74-94]

 

 

Deze paper bespreekt het enige gesigneerde werk van Jan Mandijn, het Verzoekingen van de H. Antonius-paneel (Haarlem, Frans Hals Museum) en het Sint-Christoffel-paneel (Los Angeles County Museum of Art) binnen de context van een groep werken die toegeschreven worden aan Jan Mandijn en Pieter Huys. Een materieel-technische vergelijking van beide schilderijen en een vergelijking van de gebruikte motieven leidt tot de conclusie dat ook de Sint-Christoffel in Los Angeles kan toegeschreven worden aan Jan Mandijn of toch tenminste aan de Mandijn-Huys-groep. Technische onderzoeken van aan Mandijn toegeschreven werken hebben de potentie om aan te tonen of vergelijking van ondertekeningen, technieken en motieven kunnen helpen om zijn oeuvre beter te begrijpen binnen de context van Antwerpse Bosch-navolgers. Mandijn was meer dan louter een navolger: hij was zelf een getalenteerde en creatieve kunstenaar.

 

[explicit 10 april 2024 – Eric De Bruyn]

Berdoy 2023

 

 

“A novel reading for the Garden of Earthly Delights: from new evidence in the image to a political narrative interpretation (the ABC hypothesis)” (Manuel Berdoy) 2023

 

[in: Jos Koldeweij en Willeke Cornelissen (red.), Jheronimus Bosch – His Workshop and His Followers – 5th International Jheronimus Bosch Conference, May 11-13, 2023, Jheronimus Bosch Art Center, ’s-Hertogenbosch, The Netherlands, Jheronimus Bosch Art Center, ’s-Hertogenbosch, 2023, pp. 50-73]

 

 

Volgens Berdoy heeft Bosch op de binnenpanelen van de Tuin der Lusten-triptiek een aantal ‘wegwijzers’ geplaatst die het adellijke publiek van het Bourgondische hof waarvoor het schilderij bestemd was, de weg tonen naar een verborgen socio-politiek verhaal. De auteur behandelt vier van deze zogenaamde wegwijzers: de reusachtige vlinder, de reusachtige mossel en enkele ‘portretten’ op het middenpaneel, plus de nachtzwaluw op het rechter binnenluik. Naar verluidt leiden deze wegwijzers naar een nieuwe duiding van de triptiek omdat zij verwijzen naar een aantal personen en gebeurtenissen in verband met het laat-vijftiende-eeuwse Bourgondische hof, van Karel de Stoute tot en met Filips de Schone.

 

Berdoy’s ‘nieuwe’ benadering stoelt op kijkfouten (de meest opvallende zijn de interpretatie van een op zijn rug liggende man als ‘dood’, de ‘herkenning’ van een gebouw op één van de vlindervleugels en de ‘portretten’) en op extreme Hineininterpretierung. Berdoy’s vergezochte conclusies kunnen niet anders dan potsierlijk genoemd worden en er nader op ingaan zou neerkomen op louter tijdverlies. Er is ook goed nieuws: aangezien Berdoy een bioloog van de universiteit van Oxford is, kunnen we er nu wel zeker van zijn dat de vlinder een kleine vos (aglais urticae) is, dat de mossel een beekparelmossel (margaritifera margaritifera) is, en dat de op een kakstoel zittende roofvogel een Europese nachtzwaluw (caprimulgus europaeus) is.

 

[explicit 9 april 2024 – Eric De Bruyn]

Van Benthum 2023

 

 

“Bosch’s Earthly Paradises: the left panels of the Garden of Earthly Delights, the Vienna Last Judgement and the Haywain” (Jasmijn van Benthum) 2023

 

[in: Jos Koldeweij en Willeke Cornelissen (red.), Jheronimus Bosch – His Workshop and His Followers – 5th International Jheronimus Bosch Conference, May 11-13, 2023, Jheronimus Bosch Art Center, ’s-Hertogenbosch, The Netherlands. Jheronimus Bosch Art Center, ’s-Hertogenbosch, 2023, pp. 28-46]

 

 

Van Benthum vergelijkt de linker binnenpanelen van het Hooiwagen-drieluik, het Weense Laatste Oordeel-drieluik en het Tuin der Lusten-drieluik met elkaar. Deze Aards Paradijs-luiken tonen sterke overeenkomsten. Thematisch  nemen ze een soortgelijke plaats in binnen de triptieken: telkens gaan ze vooraf aan de zondige mensheid op de middenpanelen en aan de apocalyptische uitbeelding van de hel op de rechter binnenluiken. Bosch’ pessimistische visie en christelijke moraal zijn sterk aanwezig in deze drie panelen en resulteren in een landschap gevuld met verwijzingen naar schuld en zonde.

 

[explicit 6 april 2024 – Eric De Bruyn]

Aikema 2023

 

 

“Jheronimus Bosch and the Renaissance in Europe” (Bernard Aikema) 2023

 

[in: Jos Koldeweij en Willeke Cornelissen (red.), Jheronimus Bosch – His Workshop and His Followers – 5th International Jheronimus Bosch Conference, May 11-13, 2023, Jheronimus Bosch Art Center, ’s-Hertogenbosch, The Netherlands. Jheronimus Bosch Art Center, ’s-Hertogenbosch, 2023, pp. 10-27]

 

 

Aikema stelt dat ‘Boschiaanse’ beeldmotieven een duidelijk voorbeeld vormen van wat een ‘alternatieve (andere) Renaissance’ zou kunnen genoemd worden, niet gebaseerd op het herleven van de klassieke Oudheid en op de ‘ontdekking’ van het individu, maar wel op de exploratie van nieuwe uitdrukkingsmogelijkheden, met als kenmerken een vlucht in de fantasie en, algemeen gesproken, een pluralistische visie op de wereld in zijn gevarieerde en vaak tegenstrijdige verschijningsvormen. De sleutelwoorden om deze visie weer te geven zijn fantasia en curiositas. Deze ‘alternatieve (andere) Renaissance’ is een Europees fenomeen dat zich zowel in het Middellandse Zee-gebied als in het door de Habsburgers gedomineerde Centraal-Europa sterk manifesteerde. Tegen deze achtergrond kunnen we beter begrijpen waarom in de zestiende eeuw Boschiaanse monsters, droomachtige visioenen, branden en grotesken verchenen in ‘wandtapijtachtige’ composities met een grote aandacht voor het (naturalistische) detail.

 

Men zou kunnen aantekenen dat in deze bijdrage de termen ‘Boschiaanse invloed’, ‘in de stijl van Bosch’ en dergelijke wel in een heel brede zin gebezigd worden.

 

[explicit 4 april 2024 – Eric De Bruyn]

Van Wamel 2019

 

 

“De Calvarie met schenker door Jheronimus Bosch” (Marieke van Wamel) 2019

 

[in: Matthijs Ilsink, Bram de Klerck en Annemarieke Willemsen (red.), Het einde van de middeleeuwen – Vijftig kunstwerken uit de tijd van Bosch en Erasmus. Nijmeegse Kunsthistorische Studies – XXV, Uitgeverij Vantilt, Nijmegen, 2019, pp. 280-285]

 

 

In deze bijdrage bespreekt Van Wamel het Kruisiging-paneel van Bosch (Brussel, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, inv. 6639), en meer bepaald de plaatsing en het uiterlijk van de schenkerfiguur, die ooit overschilderd werd, waarna de overschildering ongedaan werd gemaakt, wat leidde tot behoorlijke beschadiging van dit onderdeel van het schilderij.

 

Voor een devotieschilderij is het uitzonderlijk dat de schenker dezelfde realiteit deelt als de bijbelse figuren. Waarschijnlijk fungeerde het paneel eerst als devotiestuk, en na de dood van de schenker als epitaaf. In de tijd van Bosch werd gestreepte kleding gedragen door alle klassen van de samenleving en was de negatieve sociale connotatie van dit soort kleding aanzienlijk verminderd. Vermoedelijk behoorde de schenker tot de lage adel en was hij een militair.

 

[explicit 19 december 2023]

Pokorny 2019

 

 

“Man in een hopkorf met gierzwaluwen” (Erwin Pokorny) 2019

 

[in: Matthijs Ilsink, Bram de Klerck en Annemarieke Willemsen (red.), Het einde van de middeleeuwen – Vijftig kunstwerken uit de tijd van Bosch en Erasmus. Nijmeegse Kunsthistorische Studies – XXV, Uitgeverij Vantilt, Nijmegen, 2019, pp. 208-213]

 

 

Pokorny bespreekt de Bosch-tekening Man in een korf (Wenen, Albertina, inv. 7797). Volgens hem is de korf waarin de man met het blote achterwerk knielt, beslist geen bijenkorf, maar een hopkorf. Van hop werd bier gebrouwen, en daarom is deze man waarschijnlijk een dronkenlap. De vogels die uit zijn achterwerk vliegen, zijn naar verluidt gierzwaluwen (apus apus, Duits: Turmschwalbe / Spirschwalbe, Engels: swift, Frans: martinet). Deze vogel bezat in de Middeleeuwen diabolische connotaties en kon onder meer naar de avaritia verwijzen. In de Bosch-tekening lijkt het vooral om onmatigheid en verspilling te gaan, en verwijzen de vogels naar de bierzucht van de man, die bestraft wordt door de met een luit slaande man bovenop de hopkorf. De vrouw links is dan de echtgenote van de dronkaard en de naakte kinderen die jagen op de vogels, moeten misschien het geld proberen te vangen dat de man in de korf in de vorm van vogels in de wind blaast.

 

[explicit 18 december 2023]

Meuwissen 2019

 

 

“Een nieuwe toeschrijving voor Kop van een oude vrouw” (Daantje Meuwissen) 2019

 

[in: Matthijs Ilsink, Bram de Klerck en Annemarieke Willemsen (red.), Het einde van de middeleeuwen – Vijftig kunstwerken uit de tijd van Bosch en Erasmus. Nijmeegse Kunsthistorische Studies – XXV, Uitgeverij Vantilt, Nijmegen, 2019, pp. 170-175]

 

 

In deze bijdrage stelt de auteur op basis van een aantal argumenten voor om het kleine fragment Kop van een oude vrouw (Rotterdam, Museum Boymans van Beuningen, inv. 2439), dat in het verleden beschouwd werd als werk van onder meer Jheronimus Bosch, toe te schrijven aan de Amsterdamse schilder en prentmaker Jacob Cornelisz van Oostsanen. Het paneeltje kan naar verluidt gedateerd worden circa 1517 en stelt misschien de profetes Hanna voor.

 

[explicit 10 december 2023]

Ilsink 2019b

 

 

“De onvromen lopen rond” (Matthijs Ilsink) 2019

 

[in: Matthijs Ilsink, Bram de Klerck en Annemarieke Willemsen (red.), Het einde van de middeleeuwen – Vijftig kunstwerken uit de tijd van Bosch en Erasmus. Nijmeegse Kunsthistorische Studies – XXV, Uitgeverij Vantilt, Nijmegen, 2019, blz. 108-115]

 

 

Het middenpaneel van de Tuin der Lusten heeft reeds tot talrijke, vaak tegenstrijdige interpretaties geleid, maar het kader waarbinnen elke interpretatie dient te geschieden wordt aangegeven door Bosch zelf, via de luiken. Op de buitenluiken en op het linkerbinnenluik zien we de goddelijke oorsprong van de schepping, het rechterbinnenluik toont de hellestraf voor degenen die verzaken aan de plicht om God te eren. De structuur van het middenpaneel wordt bepaald door ronde vormen, cirkels en bollen, wat vooral opvalt bij de centraal geplaatste carrousel van ruiters die om een ronde vijver met naakte vrouwen draait. De auteur brengt dit in verband met Psalm 11 (12), 9 dat in de Vulgaat luidt in circuitu impii ambulant (de onvromen lopen rond in een cirkel). Dit duidt erop dat Bosch op het middenpaneel van de Tuin de zondige mens schilderde en dat het drieluik fungeerde als bekeringsinstrument. De kijker dient te beseffen dat het nog niet te laat is om tot inkeer te komen en de zondigheid te laten varen.

 

[explicit 26 november 2023]

Hoogstede 2019

 

 

De kruisdraging van Christus materieeltechnisch bezien” (Luuk Hoogstede) 2019

 

[in: Matthijs Ilsink, Bram de Klerck en Annemarieke Willemsen (red.), Het einde van de middeleeuwen – Vijftig kunstwerken uit de tijd van Bosch en Erasmus. Nijmeegse Kunsthistorische Studies – XXV, Uitgeverij Vantilt, Nijmegen, 2019, blz. 104-107]

 

 

In 2016 schreef het Bosch Research and Conservation Project (BRCP) het Gentse Kruisdraging-paneel toe aan een navolger van Bosch, maar volgens het Gentse Museum voor Schone Kunsten gaat het nog steeds om een echte Bosch. Zich baserend op materieeltechnisch onderzoek stelt Hoogstede nu dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat Bosch de schilder was. Zijn voornaamste argument blijkt te zijn dat het paneel blijkbaar bedoeld was voor een sponningslijst (rabatlijst) en niet voor een geëngageerde lijst, wat betekent dat het paneel werd beschilderd toen er nog geen lijst omheen zat: het paneel is immers beschilderd tot op de zijranden. Sponningslijsten werden naar verluidt pas gebruikelijk vanaf het tweede kwart van de zestiende eeuw (en Bosch stierf in 2016).

 

[explicit 22 november 2023]

searchclosebarssort-desc linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram