Het spel vanden Avont ende Nacht ende Morgenstont
(Jan Thönisz.) XVIB?
[Diplomatische teksteditie: W.N.M. Hüsken, B.A.M. Ramakers en F.A.M. Schaars m.m.v. J.P.G. Heersche (eds.), Trou Moet Blijcken – Deel 2: Boek B – Bronnenuitgave van de boeken der Haarlemse rederijkerskamer ‘de Pellicanisten’. Uitgeverij Quarto, Assen, 1992, ff. 35r-50r = Avont, Nacht ende Morgenstont ed. 1992]
[Hummelen 1 OB 3]
Auteur
De rederijker Jan Thönisz.
Genre
Een zinnenspel.
Situering / datering
Dit spel (1467 verzen in de editie-1992) bleef bewaard in Boek B uit de verzameling van de Haarlemse rederijkerskamer De Pellicanisten. De teksten in dit boek werden gekopieerd door Goossen ten Berch rond 1600 en dateren dus van vóór die periode [vergelijk ed. 1992: 7].
Inhoud
De ‘tegenstanders’ Nacht (een hoerenwaardin) en haar knecht Avont (een waard) proberen samen met de neefkens Ipocrisije en Aertsch Appetijt Menijch Mensch te verleiden tot het zich overgeven aan de aardse ijdelheden. De ‘helpster’ Morgenstont (een religieuze vrouw) weet hem echter op het rechte pad te brengen.
Thematiek
Stichtelijk-religieus. Een waarschuwing tegen de aardse ijdelheden en de vleselijke wellust.
Receptie
Stadsliteratuur. Het betreft hier een rederijkersstuk dat bewaard bleef in een rederijkerscontext. Verband met Haarlem.
Profaan / religieus?
Manifest stichtelijk-religieus.
Persoonlijke aantekeningen
De thematiek en de allegorische symboliek van dit spel bieden interessant vergelijkingsmateriaal met Bosch.
[explicit 8 mei 1999]