Jheronimus Bosch Art Center
Datering
Circa 1550
Moderne editie
E. Soens (ed.), "Onuitgegeven gedichten van Anna Bijns", in: Leuvensche Bijdragen, 4 (1902), pp. 199-368
Taal
Middelnederlands

Onuitgegeven gedichten van Anna Bijns (Anna Bijns) circa 1550

[Teksteditie: E. Soens (ed.), “Onuitgegeven gedichten van Anna Bijns”, in: Leuvensche Bijdragen, 4 (1902), pp. 199-368 = Bijns ed. 1902]

[Coigneau A]

 

Genre

 

Een verzameling rederijkerslyriek.

 

Auteur

 

Hoewel tekstbezorger Soens van mening was dat de refreinen uit dit handschrift ‘ter uitzondering van vijf of zes, zeker door A. Bijns vervaardigd werden’ [zie Soens/Jacobs 1910/11: 59], is uit recenter onderzoek gebleken dat een aantal van deze dichterwerken onmogelijk, en een aantal andere slechts onder het grootste voorbehoud aan de Antwerpse dichteres kunnen worden toegeschreven [vergelijk hierover Coigneau I 1980: 66]. Wel is zeker dat het handschrift werd geschreven door de zestiende-eeuwse Antwerpse minderbroeder Engelbrecht van der Donck.

 

Situering / datering

 

Het betreft hier het zogenaamde handschrift A van Anna Bijns (Brussel, Kon. Bibl., hs. 19.547) [vergelijk Cat. Brussel 1994: 58 (cat. nr. 3)] dat hoogstwaarschijnlijk dateert uit het midden van de zestiende eeuw. Het moet in elk geval na 1542 voltooid geweest zijn [ed. 1902: 200 / 202, vergelijk ook Coigneau I 1980: 64-65]. Van de 96 refreinen die dit handschrift bevat, komen er 38 ook voor in het zogenaamde handschrift B van Anna Bijns (zie Bijns ed. 1886) en 17 in de gedrukte bundels van Anna Bijns (zie Bijns ed. 1875). De 41 overblijvende refreinen werden samen met de andere dichtstukken uit het manuscript in 1902 door Soens uitgegeven.

 

Inhoud / thematiek

 

De editie-1902 bevat 41 rederijkersrefreinen (in het zotte, het vroede en het amoureuze), 4 strofische gedichten en een aantal kortere gedichten (rondelen, retrograden, Latijnse drinkliedjes…).

 

Receptie

 

De vorm en de thematiek van de gedichten wijzen duidelijk in de richting van de rederijkers. Een aantal van de verzen zijn zeker van de Antwerpse dichteres Anna Bijns. De kopiist was een Antwerpse minderbroeder. Alles wijst er dus op dat we hier te maken hebben met Antwerpse stadsliteratuur. De connectie met de Antwerpse minderbroeders verdient nader onderzoek.

 

Profaan / religieus?

 

Een mengeling van profane en religieuze gedichten.

 

Geraadpleegde lectuur

 

  • Soens/Jacobs 1910/11: E. Soens en Joz. Jacobs, “Anna Bijns II”, in: Leuvensche Bijdragen, 9 (1910-11), pp. 37-103.
  • Coigneau I 1980: Dirk Coigneau, Refreinen in het zotte bij de rederijkers – Deel I. Secretariaat van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, Gent, 1980, pp. 64-71.
  • Cat. Brussel 1994: Dirk Coigneau e.a., Uyt Ionsten Versaemt – Het Landjuweel van 1561 te Antwerpen. Tentoonstellingscatalogus (Brussel, Koninklijke Bibliotheek Albert I, 30 september-29 oktober 1994), Koninklijke Bibliotheek Albert I, Brussel, 1994.

 

[explicit 18 april 1993 / 11 juni 2016]

searchclosebarssort-desc linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram