Jheronimus Bosch Art Center
Datering
XVI
Moderne editie
W.N.M. Hüsken e.a. (eds.), "Trou Moet Blijcken - Deel 7: Boek G - Bronnenuitgave van de boeken der Haarlemse rederijkerskamer 'de Pellicanisten'". Uitgeverij Quarto, Assen, 1997, fol. 29v-36v
Taal
Middelnederlands

Een Cluijt van Een boer (anoniem) XVI

[Diplomatische teksteditie: W.N.M. Hüsken, B.A.M. Ramakers en F.A.M. Schaars m.m.v. M.R. Hagendoorn en J.P.G. Heersche (eds.), Trou Moet Blijcken – Deel 7: Boek G – Bronnenuitgave van de boeken der Haarlemse rederijkerskamer ‘de Pellicanisten’. Uitgeverij Quarto, Assen, 1997, fol. 29v-36v = Een Boer en Meester Marten ed. 1997]

[Hummelen 1 OG 5]

 

Genre

 

Een rederijkersklucht. Het originele opschrift spreekt van een cluijt, het originele register van een esbatement en vers 751 van een sottecluijt.

 

Auteur

 

Een anoniem gebleven Noord-Nederlandse rederijker.

 

Situering / datering

 

Deze klucht (751 verzen) bleef bewaard in Boek G uit het archief van de Haarlemse rederijkerskamer De Pellicanisten. Dit boek werd geschreven in 1600: de erin bewaarde stukken dateren dus van vóór dat jaartal.

 

Inhoud

 

Een boer en zijn vrouw gaan naar de markt om eieren te verkopen en ontmoeten daar hun buurman, die een kalf komt verkopen om met het geld twaalf wiegen te kopen. Zijn vrouw gaat immers na één maand huwelijk reeds bevallen en hij denkt dat zijn vrouw elke maand een kind gaat kopen, dus heeft hij jaarlijks twaalf wiegen nodig. Deze tweede boer vraagt aan de eerste om het kalf in zijn plaats te verkopen, want hij moet dringend op zoek naar die wiegen. De eerste boer stemt toe, en terwijl zijn vrouw hun buurman volgt om te zien hoe belachelijk die zich aanstelt, verkoopt hij het kalf en de eieren voor een veel te lage prijs aan een bordeelhoudster. Bovendien krijgt hij het geld niet in handen, want hij gaat mee naar het bordeel om zich daar te verlustigen aan de drank en aan een hoer. Wanneer hij zijn vrouw terug ontmoet, is deze natuurlijk kwaad en dan keert ook nog de andere boer terug. Deze is echter heel meegaand, zodra hij verneemt hoe het geld verloren is gegaan: hij zegt dat hij het geld later wel zal krijgen.

 

Dan komt er een kwakzalver in het dorp aan, Meester Marten. De vrouw van de boer is ziek en daarom komt de boer de kwakzalver raadplegen. De boer moet wijn gaan kopen zodat de kwakzalver er een drankje van kan maken. Terwijl de boer even terug naar huis is, drinkt de kwakzalver de wijn op en prepareert hij een drankje. De boer komt het halen en zal betalen als zijn vrouw geneest. Al snel staan de boer en de vrouw er echter terug: zij schelden de kwakzalver uit en beschuldigen hem ervan dat hij een drankje met paardenmest heeft gemaakt. Als de bedrieglijke kwakzalver zijn biezen heeft gepakt, trekken de boer en zijn vrouw naar de hoerenwaardin. De vrouw schopt in het openbaar een rel en krijgt zo het geld van de eieren en het kalf alsnog terug.

 

Thematiek

 

Entertainment en negatieve zelfdefiniëring. Negatieve zelfbeelden zijn hier de domme en wellustige boer, de bedrieglijke kwakzalver en de al even bedrieglijke bordeelhoudster. Het is echter opvallend hoe positief de boerin uit deze klucht naar voren komt. Op het einde spreekt zij ook de moraal van de klucht uit: iedereen moet goed opletten wat hij doet, en als alle vrouwen zo voor hun eigen zaakjes opkwamen, dan zou er minder dwaasheid en bedrog geschieden (zie de verzen 743-749).

 

Receptie

 

Stadsliteratuur. Het betreft hier een rederijkersklucht die bewaard bleef in het archief van een Haarlemse rederijkerskamer. Verband met Haarlem.

 

Profaan / religieus?

 

Manifest profaan.

 

[explicit 23 december 1997]

searchclosebarssort-desc linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram