Gedichten (Anthonis de Roovere) vóór 1482

[Teksteditie: J.J. Mak (ed.), De gedichten van Anthonis de Roovere, naar alle tot dusver bekende handschriften en oude drukken uitgegeven. W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle, 1955 = De Roovere ed. 1955]

[Coigneau RW]

Auteur

De Brugse vijftiende-eeuwse rederijker Anthonis de Roovere (circa 1430-1482) [ed. 1955: 7-8, Geirnaert 1982: 145]. Hij wordt samen met Anna Bijns beschouwd als de belangrijkste vertegenwoordiger van de rederijkerspoëzie in de laatmiddeleeuwse Nederlanden. Hoogstwaarschijnlijk was hij lid van de Brugse rederijkerskamer De H. Geest en stadsdichter van Brugge [Geirnaert 1982: 146 / 148].

Genre

Allerhande soorten rederijkersdichtvormen, in het vroede, het amoureuze en het zotte, maar vooral in het vroede (moraliserende, religieuze en scherp-satirische gedichten).

Situering / datering

Zie voor een overzicht van de handschriften en oude drukken waarin De Rooveres gedichten bewaard bleven ed. 1955: 21-28.

Inhoud / thematiek

Zie supra, bij ‘genre’.

Receptie

Stadsliteratuur. De Roovere was een Brugse rederijker. Verband met Brugge.

Profaan / religieus?

Zowel profane als religieuze gedichten (hoewel de religieuze in de meerderheid zijn).

Geraadpleegde lectuur

• Dirk Coigneau, “Anthonis de Roovere als wereldlijk dichter”, in: Vlaanderen, jg. 31, nr. 188 (mei-juni 1982), pp. 158-167.
• Dirk Geirnaert, “De Roovere gedocumenteerd: feiten rond leven en werk”, in: Vlaanderen, jg. 31, nr. 188 (mei-juni 1982), pp. 145-151.
• Lode Roose, “Dramatiek bij De Roovere”, in: Vlaanderen, jg. 31, nr. 188 (mei-juni 1982), pp. 167-171.
• F. van Vinckenroye, “De religieuze poëzie van Anthonis de Roovere”, in: Vlaanderen, jg. 31, nr. 188 (mei-juni 1982), pp. 154-158.
• W. Waterschoot, “De uitgave van de Rhetoricale Werken”, in: Vlaanderen, jg. 31, nr. 188 (mei-juni 1982), pp. 151-154.

[explicit 5 juli 1997]