Jheronimus Bosch Art Center
Datering
Voor 1559
Moderne editie
Herman Meijling (ed.), "Esbatementen van de Rode Lelije te Brouwershaven", Drukkerij De Waal, Groningen, 1946, pp. 1-24
Taal
Middelnederlands

Jan Goemoete (anoniem) vóór 1559

[Teksteditie in: Herman Meijling (ed.), Esbatementen van de Rode Lelije te Brouwershaven. Drukkerij De Waal, Groningen, 1946, pp. 1-24 = Jan Goemoete ed. 1946] [Hummelen 1 J 1]

 

Auteur

 

Een anoniem gebleven rederijker.

 

Genre

 

Het opschrift van de tekst luidt: ‘Een esbatement van vijf personagien, ghenaemt Jan Goemoete’. Een esbatement of rederijkersklucht dus.

 

Situering / datering

 

Jan Goemoete is één van de teksten die aangetroffen werden in een verzamelhandschrift met esbatementen op het stadhuis van Brouwershaven (Zeeland). De codex, die afkomstig is uit het archief van de plaatselijke rederijkerskamer De Rode Lelije, wordt thans bewaard in de Universiteitsbibliotheek te Utrecht (nr. 8.K.28). Meijling acht een West-Vlaamse oorsprong van het toneelwerkje waarschijnlijk [ed. 1946: XXI]. Uit een aantekening op het einde van de tekst blijkt dat het stuk door de Rode Lelije werd opgevoerd in 1559, wat dus meteen de terminus ante quem vormt voor het ontstaan ervan.

 

Inhoud

 

Jan Goemoete wil zijn vrouw Bate Scorfnuese niet helpen bij het bakken van pannenkoeken en het doen van de was, want dat is allemaal veel te moeilijk en te zwaar voor hem als oudere man. Na wat over en weer geruzie stelt Jan voor dat hij zich zal laten verjongen, dan zal hij weer dynamisch en krachtig zijn. Hij krijgt van Bate geld en daarmee trekt hij naar Meester Proefal, een kwakzalver, die hem instrijkt met een zogenaamde zalf (eigenlijk is het pek) en zegt dat hij enkele uren op zijn bed moet gaan rusten en veel bier drinken, dan zal hij weer jong worden.

 

Als Jan thuiskomt, trekt hij de lakens van het bed zodat hij op de veren daaronder kan gaan liggen (hij denkt namelijk dat dat de bedoeling was van de Meester). De veren plakken natuurlijk aan zijn lijf zodat hij eruit ziet als een bepluimde duivel en Bate en de buurvrouw de daver op het lijf jaagt. Meester Proefal moet er weer aan te pas komen om de duivel te bezweren, maar als blijkt wie er onder de pluimen zit, wil Bate haar man meteen aan het wassen zetten, want hij voelt zich nu met die veren zo licht en jong als een pasgeboren kuiken. Er ontstaat weer ruzie maar Meester Proefal kan de twee partijen verzoenen: Jan Goemoete mag zich voortaan Jan Sprinchaen noemen en hij zal de vuile kleren helpen inzepen en wassen. Als dit echter weer blijkt te mislukken, willen Bate en haar vriendin Jan eens flink afrossen, maar deze neemt de benen naar ‘cleuwerskerke in sinte mallegems strate’ [vers 491].

 

Thematiek

 

Vanuit burgerlijk perspectief wordt hier aan negatieve zelfdefiniëring gedaan. De negatieve zelfbeelden zijn ditmaal: de bazige vrouw, de dwaze pantoffelheld en de bedrieglijke kwakzalver.

 

Receptie

 

De thematiek en de oorsprong van de tekst (rederijkerskamer in Brouwershaven) wijzen duidelijk in de richting van stadsliteratuur en burgermoraal. Verband met Brouwershaven.

 

Profaan / religieus?

 

Jan Goemoete is manifest zuiver profaan van karakter.

 

Aantekeningen

 

Deze klucht is in onze literatuurgeschiedenissen van na de Tweede Wereldoorlog (de codex werd pas kort voor 1943 ontdekt) onzichtbaar. Het is dan ook een werkje met weinig literaire waarde. In zijn inleiding noteert tekstbezorger Herman Meijling in verband met de hele codex: ‘Literair zijn de stukken niet van veel belang. Het ietwat bitse oordeel van Meertens [die de codex ontdekte, edb]: “Enige kunstwaarde valt ook in het werk van dit gilde niet te bespeuren”, moge (…) in zijn algemeenheid wat te onrechtvaardig zijn uitgevallen, zelfs de promovendus, die een begrijpelijk zwak voor zijn onderwerp gaat koesteren, is niet in staat de gebreken te verdoezelen. Hij zal moeten toegeven, vooral na kennismaking met dat wat zeker door een inwoner van Brouwershaven vervaardigd is, dat in het nest, waarin de koekoek Cats zou worden uitgebroed, verder enkele kwetterende en sjilpende mussen ter wereld kwamen. Met welk beeld overigens noch iets hatelijks ten opzichte van Cats, noch van Brouwershaven bedoeld wordt’ [ed. 1946: I].

 

Jacob Cats werd inderdaad geboren in Brouwershaven, een klein havenstadje op Schouwen-Duiveland. Voor ons was Jan Goemoete eigenlijk enkel interessant omwille van de negatieve, want bedrieglijke rol die de kwakzalver erin speelt.

 

[explicit 8 november 1992 / 22 juli 2015]

searchclosebarssort-desc linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram