Jheronimus Bosch Art Center
Datering
1527
Moderne editie
J.W. Muller en L. Scharpé (eds.), "Spelen van Cornelis Everaert, vanwege de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden met inleiding en aanteekeningen uitgegeven", Boekhandel en Drukkerij voorheen E.J. Brill, Leiden, [1898]-1920, pp. 167-179
Taal
Middelnederlands

Esbatement van Stout ende Onbescaemt (Cornelis Everaert) 1527

[Teksteditie: J.W. Muller en L. Scharpé (eds.), Spelen van Cornelis Everaert, vanwege de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden met inleiding en aanteekeningen uitgegeven. Boekhandel en Drukkerij voorheen E.J. Brill, Leiden, [1898]-1920, pp. 167-179 = Stout ende Onbescaemt ed. 1920]

[Teksteditie: W.N.M. Hüsken (ed.), De Spelen van Cornelis Everaert – Opnieuw uitgegeven, van inleidingen, annotaties en woordverklaringen voorzien. Deel I, Verloren, Hilversum, 2005, pp. 363-385 = Stout ende Onbescaemt ed. 2005]

[Hummelen 1 B 11]

 

Auteur

 

De Brugse rederijker Cornelis Everaert (ca. 1480-1556). Vergelijk ook bij Maria Hoedeken ed. 1920.

 

Genre

 

Volgens de titel en de originele inhoudstafel een esbatement, een rederijkersklucht. Volgens de verzen 368-370 een door Everaert in toneelvorm gegoten boerde (komisch verhaaltje).

 

Situering / datering

 

Dit spel (377 verzen in de editie-1920) is één van de 35 toneelteksten die bewaard bleven in een autograaf-verzamelhandschrift (Brussel, Koninklijke Bibliotheek, sign. Hs. 19.036). De originele inhoudstafel vermeldt als ontstaansdatum 1527.

 

Inhoud

 

Een levenslustige boerin is getrouwd met een veel oudere man en komt tekort op seksueel gebied (zie de verzen 33-44). Daarom maakt zij een afspraakje met de koster: ’s avonds zullen zij het er in de schuur een keer van nemen. Even later stuurt de boerin op stuurse wijze twee speelmannen door die om onderdak komen vragen. Desondanks dringen de twee mannen de schuur binnen. Als ’s avonds de boerin en de koster het minnespel willen spelen, beginnen de twee speelmannen muziek te maken om de bruloft (te) pyppen (vers 217). De koster en de boerin vluchten weg omdat ze denken dat de duivel ermee gemoeid is en de twee speelmannen kunnen zich tegoeddoen aan de maaltijd die de boerin had klaargezet. Als de boerin ’s morgens de maaltijd wil komen wegruimen, dient zij bovendien ook nog de twee speelmannen te vergoeden, omdat zij zogenaamd de muziek bij de ‘bruiloft’ hebben verzorgd. Want anders zullen zij de waarheid naar buiten brengen: de koster had immers in zijn haast zijn riem en keerle laten liggen.

 

Thematiek

 

Kritiek op het overspelige gedrag van jonge vrouwen die met een oudere man gehuwd zijn. De moraal wordt geformuleerd door Onbescaemt, één van de speelmannen: Ofse alle zo voeren die zyn van dien / Sen souden sulc werc niet zo lichte ghetemen (verzen 365-366).

 

Receptie

 

Stadsliteratuur. Negatieve zelfdefiniëring vanuit stedelijk perspectief: kritiek op ongelijke huwelijken en overspelige vrouwen (waarbij het niet toevallig om een boerin gaat: een negatief zelfbeeld voor de stadsburger). Verder betreft het hier een rederijkersklucht geschreven door een Brugse rederijker voor een Brugse rederijkerskamer (de Drie Sanctinnen, vergelijk vers 375).

 

Profaan / religieus?

 

Manifest profaan van aard.

 

[explicit 30 december 1993 / 15 september 2016]

searchclosebarssort-desc linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram