Jheronimus Bosch Art Center
Datering
1404
Moderne editie
L.M.Fr. Daniëls O.P. (ed.), "Meester Dirc van Delf O.P. - Tafel van den Kersten Ghelove, naar de handschriften uitgegeven, ingeleid en van aanteekeningen voorzien", vier delen, Antwerpen-Nijmegen-Utrecht, 1937-39
Taal
Middelnederlands

Tafel van den Kersten Ghelove (Dirc van Delf) 1404

[Teksteditie: L.M.Fr. Daniëls O.P. (ed.), Meester Dirc van Delf O.P. – Tafel van den Kersten Ghelove, naar de handschriften uitgegeven, ingeleid en van aanteekeningen voorzien. Vier delen, Tekstuitgaven van Ons Geestelijk Erf – delen IV-VII, Centrale Boekhandel Neerlandia-N.V. Dekker & Van de Vegt en J.W. van Leeuwen, Antwerpen-Nijmegen-Utrecht, 1937/1938/1938/1939 = Tafel van den Kersten Ghelove I/II/III/IV ed. 1937/1938/1938/1939]

 

Auteur

 

Dirc van Delf (of Delft) (waarschijnlijk geboren circa 1365) was een dominicaan die (naar verluidt als enige Hollander van zijn tijd) promoveerde tot doctor in de theologie en daarna als hofprediker (Van Oostrom 1987: 183, gebruikt de term ‘hofkapelaan’) verbonden was aan het Hollandse hof van graaf Albrecht van Beieren in Den Haag.

 

Genre

 

Een Middelnederlandse summa. Een summa is een scholastiek genre: een encyclopedie waarin het totaal der schepping (bij Van Delf: gaande van de Schepping tot het Laatste Oordeel) op systematische wijze vervat staat. Van Delf maakte op een voor het niveau van de Europese volkstalen unieke wijze een summa, niet voor geleerde vakgenoten, maar voor adellijke leken [Van Oostrom 1987: 209]. Daarbij ging hij toch wel erg ver: zijn catechetische prozatraktaat is wellicht het meest geleerde catechetische studieboek van heel de Europese volkstalige letterkunde [Van Oostrom 1987: 222].

 

Situering / datering

 

Van Delfs Tafel van den Kersten Ghelove [Handboek van het Christelijk Geloof] werd voltooid in 1404. Het werk bleef bewaard in talrijke handschriften en één incunabel [zie Van Oostrom 1992: 168-170]. Van Delf raadpleegde talrijke bronnen maar zijn hoofdbron was het Compendium theologicae veritatis van zijn ordebroeder Hugo Ripelin. Van Delf paste deze bronnen aan ten behoeve van een theologisch ongeschoold publiek en hanteerde daarbij de scholastieke betoogtrant.

 

Inhoud

 

Het boek is ingedeeld in een Winterstuc (57 hoofdstukken) en een Somerstuc (53 hoofdstukken). Het Winterstuc begint met enkele hoofdstukken over God, de Schepping (de engelen, de kosmos) en het aards paradijs. Vervolgens komen aan bod: de mens, de deugden, de duivels, de Zondeval en de zonden. Daarna gaat het over het Heilig Land, de geboden en het leven van Jezus tot aan de vooravond van Zijn dood.

Het Somerstuc vangt aan met hoofdstukken over de Passie, de Verrijzenis en de Hemelvaart van Christus waaraan de verdere geschiedenis van de apostelen gekoppeld wordt. Volgen dan: de hiërarchie van de Kerk, de werken van barmhartigheid, het wijden van kerken, de zeven sacramenten, de kerkelijke feestdagen, de deugden, de heiligen, het allegorisch geduide schaakspel en de wijsheid van Salomon. In de laatste hoofdstukken gaat het over het einde der tijden met de antichrist, het Laatste Oordeel, de hel, het vagevuur en de hemel.

Vergelijk voor een beknopt overzicht ook Van Oostrom 1987: 198-199.

 

Thematiek

 

Deze religieuze encyclopedie biedt een alomvattend theologisch panorama van de schepping [Van Oostrom 1987: 184].

 

Receptie

 

Hofliteratuur. De burger blijft buiten beeld [Van Oostrom 1987: 211]. Na een primaire receptie in een adellijk milieu heeft de Tafel, blijkens de bewaarde handschriften, een intensieve secundaire receptie gekend in begijnhoven en vrouwenkloosters. De incunabel van circa 1480 vertegenwoordigt de tertiaire receptie, in de stad [Van Oostrom 1987: 224]. De talrijke handschriften en de incunabel bewijzen dat deze tekst in de vijftiende eeuw een zekere populariteit moet gekend hebben. Zie verder over de receptie van de Tafel ook Van Oostrom 1992: 152-170.

 

Profaan / religieus?

 

Manifest religieus.

 

Persoonlijke aantekeningen

 

Vandenbroeck 1990a: 152, vermoedt dat Bosch de Tafel gekend heeft, vanwege de vele overeenstemmingen tussen het werk van Dirc van Delf en de beeldfiguraties van Bosch. Gerlach 1980: 136, stelt dat Steemers 1979 de invloed van de Tafel op Bosch overdrijft: niets uit Van Delfs werk is naar verluidt specifiek op Bosch’ oeuvre toepasbaar, althans op wat Steemers van Bosch bespreekt, en dat is hoofdzakelijk de Weense Laatste Oordeel-triptiek.

In hoeverre de incunabel van circa 1480 verschilt van de handschriften en welk belang dit zou kunnen hebben in verband met het Bosch-oeuvre, is overigens nog nooit onderzocht.

 

Geraadpleegde lectuur

 

  • G.P.M. Knuvelder, Handboek tot de Geschiedenis der Nederlandse Letterkunde. Deel I (vijfde, geheel herziene druk), L.C.G. Malmberg, ’s-Hertogenbosch, 1970, pp. 270-272.
  • F.P. van Oostrom, Het woord van eer – Literatuur aan het Hollandse hof omstreeks 1400. Meulenhoff, Amsterdam, 1992 (3) (eerste druk: 1987), pp. 180-224 [= het hoofdstuk “Dirc van Delft”].
  • Frits van Oostrom, Aanvaard dit werk – Over Middelnederlandse auteurs en hun publiek. Nederlandse literatuur en cultuur in de middeleeuwen – deel VI, Prometheus, Amsterdam, 1992, pp. 152-170 [= het hoofdstuk “Dirc van Delft en zijn lezers”].

 

[explicit 26 februari 1999]

searchclosebarssort-desc linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram