Het Zutphens Liedboek (anoniem) 1537/40

[Teksteditie: H.J. Leloux (ed.), Het Zutphens Liedboek – Ms. Weimar oct. 146 – Van een historische achtergrond voorzien door drs. F.W.J. Scholten. De Walburg Pers, Zutphen, 1985 = Zutphens Liedboek ed. 1985]

Auteur

Anoniem. De auteur / samensteller is hoogstwaarschijnlijk te zoeken in Zutphen.

Genre

Een profane liederenbundel. De bundel hoort thuis in een groep Neder-Rijnse en West-Faalse liederenhandschriften uit de zestiende eeuw, waarvan hij wel de vroegste en meest westelijke vertegenwoordiger is.

Situering / datering

Dit handschrift (Ms. Weimar oct. 146) wordt bewaard in de Zentralbibliothek der deutschen Klassik te Weimar. Op het schutblad staat het jaartal 1537 (dat in de bundel nog drie maal voorkomt) en tevens de vermelding dat een zekere ‘Hans’ de bundel in 1540 ‘feranndertt’ heeft.

Inhoud

49 liederen en 44 Sprüche (versjes of rijmpjes), geschreven in Noord-Oost-Middelnederlands (een mengeling van Middelnederlands, Middelnederduits en Middelhoogduits). Van de 49 liederen zijn er 13 alleen te vinden in deze bron.

Thematiek

Het betreft profane liefdeslyriek.

Receptie

Stadsliteratuur. Blijkbaar werden de teksten door iemand uit Zutphen verzameld. In het handschrift zijn drie handen te onderscheiden: A schreef het grootste deel, B schreef de rest, C is alleen verantwoordelijk voor de notitie op het omslag. Verband met Zutphen.

Profaan / religieus?

Profaan.

Recensies van de editie-1985

• G. de Smet, in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, deel 104 (1988), afl. 2, pp. 150-157.
• P.J.A. Franssen, in: Spektator, jg. 17, nr. 6 (juli 1988), pp. 536-538.

[explicit 25 maart 2000]