Jheronimus Bosch Art Center

Fälschung, Plagiat und Kopie nach - Hieronymus Bosch

Büttner 2014a
Büttner, Nils
Genre: Nonfictie, kunstgeschiedenis
Uitgave datum: 2014
Bron: B.U. Münch e.a. (eds.), "Fälsching - Plagiat - Kopie: Künstlerische Praktiken in der Vormoderne", Petersberg, 2014, pp. 27-40

Büttner 2014a

 

“Fälschung, Plagiat und Kopie nach – Hieronymus Bosch” (Nils Büttner) 2014

[in: Birgit Ulrike Münch, Andreas Tacke, Markwart Herzog en Sylvia Heudecker (eds.), Fälschung – Plagiat – Kopie: Künstlerische Praktiken in der Vormoderne. Michael Imhof Verlag, Petersberg, 2014, pp. 27-40]

 

In zijn Comentarios de la Pintura (circa 1560) signaleert Felipe de Guevara dat er in zijn tijd schilderijen circuleerden die de vervalste signatuur ‘Jheronimus bosch’ droegen en die in schoorstenen werden gehangen om ze er oud te doen uitzien. De van de inscriptie ‘Bosche’ voorziene gravures van Alart du Hameel werden tot voor kort nog foutief beschouwd als weergaven van verloren composities van Bosch. Bosch’ vroege roem valt samen met het begin van het verzamelen van grafiek: op heel wat tekeningen ziet men daardoor valse, naar Bosch verwijzende naamsvermeldingen en signaturen, die waarschijnlijk werden aangebracht uit winstbejag. Hetzelfde geldt voor de prent De grote vissen eten de kleine die door Hiëronymus Cock werd gepubliceerd als een oorspronkelijk ontwerp van Bosch. Ook in de tijd van Van Mander konden – ondanks de van onze moderne opvattingen rond vervalsingen verschillende normen – Bosch-navolgingen die niet gebaseerd waren op een ontwerp van Bosch en toch met zijn naam ondertekend waren, als een vervalsing beschouwd worden. Een Antwerps document van 3 oktober 1575 dat handelt over de privileges van het Sint-Lucasgilde legt daar getuigenis van af. De vooral in Antwerpen ontstane Bosch-navolgingen werden meestal geproduceerd door schilders wier namen vandaag terecht niemand meer kent.

 

Een voorbeeld van zulk een vervalsing is waarschijnlijk het Zeven Hoofdzonden-schilderij dat zich in 1574 in het bezit bevond van Margareta Boge, de weduwe van Joris Veselaer, in Antwerpen. Büttner stelt dat het hier zou kunnen gaan om het Zeven Hoofdzonden-paneel dat zich vandaag in Genève bevindt (Geneva Fine Arts Foundation). Bij de Passie-scène bovenaan werd de kunstenaar geïnspireerd door de Passie-scène op de rugzijde van Bosch’ Johannes op Patmos-paneel in Berlijn. Een infraroodreflectografie-opname toont over het ganse paneel een rooster met vierkantjes vormende hulplijnen, iets wat in de werken van Bosch nooit en in de werken van navolgers slechts zelden aangetroffen wordt. Bovendien blijkt dat de signatuur ‘Jheronimus bosch’ een oorspronkelijk onderdeel van het werk is, en niet later werd aangebracht. Voorzichtigheid blijft nochtans geboden bij het hanteren van de term ‘vervalsing’, want cultuurhistorisch interessante werken zoals het paneel in Genève mogen niet op één lijn gesteld worden met bijvoorbeeld vervalsingen van oude schilderijen die in de 19de en 20ste eeuw ontstonden.

 

[explicit 17 mei 2020]

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

searchclosebarssort-desc linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram