Fraenger 1948
“Hieronymus Bosch: Johannes der Taufer. Eine Meditationstafel des Freien Geistes” (Wilhelm Fraenger) 1948
[in: Zeitschift für Kunst, jg. 2 (1948), nr. 3, pp. 163-175]
[Heruitgegeven in: Wilhelm Fraenger, Hieronymus Bosch. Prisma-Verlag, Gütersloh, 1975, pp. 227-245]
[Ook vermeld in Gibson 1983: 111 (E221)]
Fraenger beschouwt het paneel Johannes de Doper in de Wildernis (Madrid, Lazaro-Galdiano) als een meditatieschilderij dat gebruikt werd door de sekte van de Vrije Geest. Hij verklaart alle elementen van het werk (het lam, de woekerplant, de bouwsels op de achtergrond … ) door te steunen op esoterisch gedachtegoed van de Adamieten.
Fraenger bezondigt zich in zijn analyse voortdurend aan Hineininterpretierung en bovendien maakt hij een aantal kijkfouten. Hij ziet dingen die er niet zijn, zoals een ‘Davidsster’ boven de woekerplant, en geeft foutieve beschrijvingen van bepaalde details (voorbeeld: de poten van het monstertje op het rotsblok – volgens Fraenger bloedt het wezen uit drie wonden). Andere onjuistheden en onwaarschijnlijkheden in Fraengers betoog worden gesignaleerd in Bax 1956: 149-151.
[explicit]