Hammer-Tugendhat 1981
Hieronymus Bosch – Eine historische Interpretation seiner Gestaltungsprinzipien (Daniela Hammer-Tugendhat) 1981
[Theorie und Geschichte der Literatur und der Schönen Künste – Band 58, Wilhelm Fink Verlag, München, 1981, 256 blz.]
[Ook vermeld in Gibson 1983: 43-44 (D12)]
Hammer-Tugendhat stelt in de eerste plaats een onderzoek in naar Bosch’ artistieke herkomst: wat zijn de iconografische en stilistische bronnen van zijn vroegste werken? Haar vaak diepgaande – maar niet altijd even verhelderende – analyses wijzen op sterke invloed van de Noord-Nederlandse (op vroeg-Eyckiaanse voorbeelden teruggaande) schilder- en miniatuurkunst van de vijftiende eeuw en vooral van de Meester van het Turijnse Getijdenboek (die volgens de auteur wel niet met Jan van Eyck kan geïdentificeerd worden).
Hammer-Tugendhat stelt ook een chronologie voor van Bosch’ vroege oeuvre, waarbij het Tafelblad met de Zeven hoofdzonden (Madrid, Prado) het oudste werk van de schilder blijkt te zijn.
Sporadisch gaat Hammer-Tugendhat over tot een inhoudelijke interpretatie van Bosch’ schilderijen en in de laatste hoofdstukken bespreekt zij Bosch’ verhouding tot de maatschappelijke problemen van zijn tijd. Volgens haar was Bosch geen diepgelovige katholieke moralist (onder meer de erotiek in de Tuin der Lusten zou dit uitsluiten) en ofschoon hij wel niet tot een kettersekte behoorde, bevatten zijn schilderijen toch ‘sehr wahrscheinlich’ invloed van ketters gedachtegoed (zie Bosch’ kritiek op de clerus). Ook humanistische ideeën lijken in Bosch’ werken te zijn doorgedrongen, maar zijn schilderijen zijn vooral een spiegel van de chaotische en verwarde maatschappij waarin zij tot stand kwamen.
Reviews
[explicit]