Hand/Wolff 1986
Early Netherlandish Painting. The Collections of the National Gallery of Art. Systematic Catalogue (John Oliver Hand & Martha Wolff) 1986
[National Gallery of Art – Cambridge University Press, Washington, 1986, pp. 15-22]
Op de bladzijden 15-22 geeft J.O. Hand een status quaestionis van de literatuur rond het Bosch-paneel De dood van een vrek dat zich in de National Gallery of Art te Washington bevindt. Bosch wordt beschouwd als een pessimistische moralist [p. 15] en zijn paneel stelt hoogstwaarschijnlijk de dood van een vrek voor. Het schilderij is tevens nauw verwant met de inhoud en afbeeldingen van de laatmiddeleeuwse Ars moriendi-teksten [p. 17].
De verflaag op het paneel is erg dun en de ondertekening is op vele plaatsen gemakkelijk te achterhalen. Via infraroodreflectografie is onder meer te zien dat de vrek oorspronkelijk in de rechterhand een geldbeurs en in de linkerhand een pokal (versierde beker) hield [p. 19]. Hand vindt het ‘begrijpelijk’ dat het paneel in verband wordt gebracht met Het Narrenschip (Louvre) en de Allegorie van de vraatzucht (Yale University Art Gallery): de drie panelen zouden best ooit onderdelen kunnen geweest zijn van één triptiek [pp. 20-21].
In de National Gallery of Art bevindt zich ook nog een negentiende-eeuwse tekening, toegeschreven aan William Henry Brooke, die een kopie is van Bosch’ De dood van een vrek. Over Bosch’ eventuele linkshandigheid, vergelijk p. 21 (noot 21). Een dendrochronologische analyse heeft aangetoond dat het paneel waarschijnlijk dateert van circa 1502 [p. 259: appendix I] en dat de planken afkomstig zijn van dezelfde boom als die van de Rotterdamse Marskramer (hier De landloper genoemd).
[explicit]