Koldeweij e.a. 2018
“The patron of Hieronymus Bosch’s ‘Last Judgment’ triptych in Vienna” (Jos Koldeweij, Luuk Hoogstede, Matthijs Ilsink, Koen Janssens, Nouchka De Keyser, Rik Klein Gotink, Stijn Legrand, Julia M. Nauhaus, Gert Van der Snickt en Ron Spronk) 2018
[in: The Burlington Magazine, CLX (februari 2018), pp. 106-111]
In 2017 onderzochten leden van het BRCP en een team van de Universiteit Antwerpen Bosch’ Weense Laatste Oordeel-drieluik met drie moderne technieken: infraroodfotografie, infraroodreflectografie en Macro X-radiografie fluorescentie (MA-XRF). Uit dit onderzoek bleek dat zich onder de (lege) wapenschilden onderaan op de buitenluiken oudere, in verf uitgevoerde wapenschilden bevinden, waarbij het wapenschild op het rechterbuitenluik sporen van goud en vermiljoen vertoont. Deze sporen laten toe een overeenkomst vast te stellen met het wapenschild van Hippolyte de Berthoz, zoals dat aangebracht is op de Sint-Hippolytus-triptiek in de Brugse Sint-Salvatorkathedraal (begonnen door Dirk Bouts rond 1470, voltooid door Hugo Van der Goes en uitgebreid door Aert van den Bossche) en op de Sint-Hippolytus-triptiek van een anonieme Brusselse meester (Boston, Museum of Fine Arts). Deze beide triptieken werden besteld door Hippolyte de Berthoz, een hoge financiële ambtenaar van het Bourgondische hof. Koldeweij had er eerder al op gewezen dat de heilige op het rechterbuitenluik in Wenen niet Sint-Bavo, maar Sint-Hippolytus is, en dat de opdrachtgever van het Weense drieluik Hippolyte de Berthoz zou kunnen zijn. Dit alles wordt nu bevestigd door het recente technische onderzoek.
Charles de Berthoz, de zoon van Hippolyte, liet de triptiek in de Brugse Sint-Salvator uitbreiden met twee nieuwe luiken tussen 1503 (toen Hippolyte overleed) en 1508 (toen Charles’ vrouw Margareta overleed). Deze luiken tonen (links) Karel de Grote en (rechts) de H. Margareta met onderaan de wapenschilden van Charles en zijn vrouw. De vorm van deze wapenschilden nu vertoont een opvallende overeenkomst met de vorm van de (lege) wapenschilden onderaan op de Weense triptiek. Dit zou er kunnen op wijzen dat Charles de Berthoz de wapenschilden onderaan op de Weense buitenluiken heeft laten wijzigen na de dood van zijn vader. Een andere mogelijkheid is dat Charles de Berthoz de oorspronkelijke opdrachtgever van het Weense drieluik was, maar waarom toont het rechterbuitenluik dan Sint-Hippolytus? Dat het linkerbuitenluik Sint-Jacob van Compostela vertoont, wordt wellicht verklaard doordat het drieluik bestemd was voor de Sint-Jakobkapel in de Brugse Sint-Salvator (Hippolyte de Berthoz woonde in Brugge en de Sint-Salvator was zijn parochiekerk).
Een derde mogelijkheid is dat het Weense drieluik na de dood van Hippolyte in het bezit kwam van een rijke en machtige persoon. Dit zou dan kunnen verklaren waarom Lucas Cranach in de jaren 1520 in staat was om de Weense triptiek nauwgezet te kopiëren. Waarom de wapenschilden op de Weense buitenluiken leeg bleven en waar het Weense drieluik zich bevond tussen 1503 en 1659 (toen het opdook in een inventaris van de verzameling van aartshertog Leopold Wilhelm in Wenen) blijven voorlopig onbeantwoorde vragen.
[explicit 6 juni 2018]