Jheronimus Bosch Art Center

Das Tier in der Bildwelt des Hieronymus Bosch

Lurker 1967b
Lurker, Manfred
Genre: Non-fictie, kunstgeschiedenis
Uitgever: Studium Generale, 20 (1967), pp. 212-220
Uitgave datum: 1967

Lurker 1967b

 

“Das Tier in der Bildwelt des Hieronymus Bosch” (Manfred Lurker) 1967

[in: Studium Generale, 20 (1967), pp. 212-220]

[Ook vermeld in Gibson 1983: 59 (D77)]

 

Om Bosch’ kunst te begrijpen is het onontbeerlijk zich vertrouwd te maken met de laatmiddeleeuwse denkwereld, waarvan de wortels onder meer teruggaan tot de Germaanse en Keltische cultuur. Belangrijke aspecten van deze laatmiddeleeuwse denkwereld zijn het volksgeloof (dierenverhalen, demonenleer, heksenwaan), de officiële christelijke leer (bijbel, Physiologus, Legenda aurea) en ten slotte de esoterische stromingen (mystiek, ketterij, alchemie). Bosch was naar verluidt zeker op de hoogte van alchemistische symbolen en dus moet er bij de interpretatie van de Bosch-fauna rekening gehouden worden met invloed vanuit deze bron.

 

Nadat Lurker geconstateerd heeft dat sommige dieren bij Bosch door verschillende auteurs vaak verschillend gedetermineerd worden, interpreteert hij een aantal onderdelen van de Bosch-fauna. Makkelijk te duiden zijn de dieren die optreden als attribuut van een heilige (arend / Johannes de Evangelist, lam / Johannes de Doper, valk / H. Bavo, ree / H. Egidius, varken / H. Antonius), de duivelse slang in het aards paradijs, de os en de ezel bij de Aanbidding (vergelijk Jesaja 1: 3) en de pelikaan (die reeds in de Physiologus optreedt als Christus-symbool). De aap en de beer verwijzen naar de duivel, net als insecten. Slangen, padden, kikvorsen en hagedissen zijn infernale symbolen. Een varken kan verwijzen naar de hebzucht of de onreinheid. De vis is nu eens een Christus-symbool, dan weer een verwijzing naar de dood. Ook paardenschedels, raven en eksters zijn doodssymbolen. Het hert staat voor de menselijke ziel, lepelaars en reigers staan voor leven en geboorte. De uil is bij Bosch misschien de hoeder van esoterische geheimen die op de hoogte is van de diepste zin van liefde en leven.

 

Lurkers interpretaties in dit artikel maken een oppervlakkige, willekeurige en dus onbetrouwbare indruk en bovendien leunt de auteur wat te veel aan bij de Bosch-teksten van Fraenger en Wertheim-Aymès. De koolmees op de Rotterdamse Marskramer-tondo en op het Gentse Hiëronymus-paneel wordt telkens foutief gedetermineerd als een specht.

 

[explicit]

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

searchclosebarssort-desc linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram