Jheronimus Bosch Art Center

Bosch ad libitum? De Dwaaltuin der Lusten

Marijnissen 1991
Marijnissen, R.H.
Genre: Non-fictie, kunstgeschiedenis, recensie
Uitgever: De Standaard der Letteren, 27 juli 1991
Uitgave datum: 1991

Marijnissen 1991

 

“Bosch ad libitum? De Dwaaltuin der Lusten” (R.H. Marijnissen) 1991

[in: De Standaard der Letteren, 27 juli 1991]

 

Dit is een recensie van Vandenbroeck 1987a, Vandenbroeck 1989a en Vandenbroeck 1990a. Marijnissen is het eens met Vandenbroecks aangekondigde iconologische programma: Bosch verklaren aan de hand van eigentijdse ideologieën en via de socioculturele context, maar hij is het duidelijk oneens met enkele aspecten van Vandenbroecks methodologie.

 

Ten eerste besteedt Vandenbroeck naar verluidt wel veel aandacht aan de cultuurhistorische context, maar te weinig aan de authenticiteitsproblematiek (welke werken kunnen aan Bosch toegeschreven worden?). Ten tweede blijft Marijnissen erbij dat de Tuin der Lusten een religieuze functie had: drieluiken (en Bosch schilderde vooral drieluiken) waren cultusvoorwerpen. Het middenpaneel beeldt de luxuria uit, en omwille van al die erotische scènes vinden wij het nu (met onze ‘freudiaanse kijk’) raar dat zulk een schilderij boven een altaar hing, zelfs al was het in een privékapel. Volgens Vandenbroeck had de Tuin der Lusten een profane functie, meer bepaald als ‘huwelijksspiegel’ voor Hendrik III van Nassau. Marijnissen merkt op dat Vandenbroeck die functie zelf uitgevonden heeft en dat hij bepaalde fragmenten van het middenpaneel plus het héle rechterluik niet behandelt, dus gewoonweg negeert.

 

Ten derde legt Vandenbroeck veel nadruk op de (volgens onze normen onrechtvaardige) negatieve kijk op de lagere klassen die uit de schilderijen van Bosch spreekt. Marijnissen vindt het onbillijk mensen uit de late middeleeuwen te beoordelen met moderne standaarden en dat is nu precies wat Vandenbroeck met zijn neoneomarxistische benadering heet te doen. Dit leidt tot een vervormende voorkeurinterpretatie. De heersende ideologie rond 1500 was immers in de eerste plaats nog altijd het christendom.

 

Marijnissen heeft gelijk wanneer hij Vandenbroeck betrapt op nonchalance in verband met de authenticiteitsproblematiek, maar voor het overige neigt zijn oordeel over Vandenbroeck in deze recensie soms naar een mengeling van moedwil en misverstand. Vandenbroeck negeert bijvoorbeeld het rechterbinnenluik van de Tuin der Lusten helemaal niet: hij verwijst naar Bax’ analyse van dat rechterluik en stelt dat daar niets aan toe te voegen is (wat toch iets anders is dan gewoonweg negeren). Vandenbroeck afdoen als iemand die Bosch als een ‘marxist avant la lettre’ afschildert, is bovendien oneerlijk en onvolledig. Het merkwaardigste is echter dat Marijnissen niets zegt over de talrijke waardevolle en originele inzichten die Vandenbroeck in zijn proefschrift en elders heeft aangedragen voor de studie van Bosch en diens navolgers.

 

[explicit]

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

searchclosebarssort-desc linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram