Jheronimus Bosch Art Center

The Garden of Earthly Delights: A diachronic interpretation of Hieronymus Bosch's masterpiece

Riedl 2011
Riedl, Matthias
Genre: Nonfictie, kunstgeschiedenis
Aantal pagina's: 26
Uitgave datum: 2011
Bron: Academia.edu, december 2011

Riedl 2011

 

“The Garden of Earthly Delights: A diachronic interpretation of Hieronymus Bosch’s masterpiece” (Matthias Riedl) 2011

[online gepubliceerd in Academia.edu, december 2011, 26 blz. URL: academia.edu/3858747/The_Garden_of_Earthly_Delights_A_diachronic_interpretation_of_Hieronymus_Bosch’s_masterpiece_video_lecture_manuscript_and_slide_show_Budapest_2011(geraadpleegd 22 januari 2021)]

 

Dit is de tekst van een lezing die gegeven werd door Matthias Riedl aan de Central European University (Boedapest) op 8 december 2011. Onder ‘diachronische interpretatie’ verstaat Riedl dat een interpretatie van Bosch niet alleen moet gebaseerd zijn op eigentijdse bronnen, maar ook op vroegere teksten uit de christelijke traditie, in het bijzonder op De civitate Dei van Sint-Augustinus. Volgens Riedl komen Bosch’ Tuin der Lusten (Madrid), Hooiwagen (Madrid) en Laatste Oordeel (Wenen) overeen met de totaalstructuur van De civitate Dei. Elk van deze drieluiken behandelt één van de fasen van de menselijke geschiedenis: het begin, het verdere verloop en het einde.

 

Het middenpaneel van de Tuin der Lusten toont de mensheid in de Tuin van Eden vóór de Zondeval. Augustinus speculeert over de vraag hoe het menselijk bestaan eruit zou gezien hebben indien Adam niet had gezondigd en hij stelt in dat verband dat de seksualiteit zou beheerst zijn geweest door de menselijke wil. In de Tuin houdt Bosch een origineel theologisch betoog door af te wijken van Augustinus’ standpunt. Volgens Bosch zou de mens immers niet in staat zijn geweest om rationeel met seksualiteit om te gaan en zou zijn val onvermijdelijk geweest zijn. Dat is waarom er allerlei dubbelzinnigheden zitten in het linkerbinnenluik (dat Eden uitbeeldt) en waarom het middenpaneel naast onschuldige liefdesscènes ook expliciete taferelen van seksuele drift toont. Riedl beschouwt dit als ‘de tragedie van het menselijk bestaan’: Bosch’ weergave van de zondige mens bevat een zweem van onvermijdelijkheid. De seksuele verlangens die nodig waren voor het vervullen van het goddelijke gebod ‘weest vruchtbaar en vermenigvuldigt u’ konden op elk moment ontaarden in lust en teugelloze passie. Als Adam niet gezondigd had, dan had iemand anders het wel gedaan, vroeg of laat.

 

Over de aanwezigheid van zwarte mannen en vrouwen op het middenpaneel: geen woord. Over de richtinggevende scène met twee mannen en een vrouw in de rechterbenedenhoek van het middenpaneel: geen woord. Enkele jaren geleden las ik De civitate Dei van kaft tot kaft, en ik kan de lezer verzekeren dat daar weinig of niets in te vinden is dat direct aan Bosch kan gerelateerd worden. De bewering dat drie Bosch-triptieken een echo vormen van de structuur van Augustinus’ boek is louter arbitrair. De auteur lijkt wel een punt te hebben waar hij echo’s van Eden waarneemt op het middenpaneel, maar dat Bosch wilde aantonen dat de mensheid van vóór de Zondeval niet in staat was om zich te weerhouden van zonde, klinkt niet erg overtuigend. Als de figuren op het middenpaneel inderdaad mensen zijn van vóór de Zondeval, waar komen dan de zwarte mannen en vrouwen vandaan?

 

[explicit 22 januari 2021]

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

searchclosebarssort-desc linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram