Jheronimus Bosch Art Center

Jheronimus Bosch - Lezen en kijken

Roest 2016
Roest, Bert
Genre: Nonfictie, kunstgeschiedenis
Bron: Ex Tempore, 34 (2016), 2, pp. 69-83

Roest 2016

 

“Jheronimus Bosch – Lezen en kijken” (Bert Roest) 2016

[in: Ex Tempore, 34 (2016), 2, pp. 69-83]

 

Naar aanleiding van de Bosch-tentoonstelling in ’s-Hertogenbosch (2016) geeft Bert Roest een overzicht van enkele dominante benaderingstradities in de secundaire literatuur over Bosch. Zo zijn er de auteurs die Bosch wensen te zien als een rationalistische, humanistische en/of pre-reformatorische criticus van de kerk en de wereld van zijn tijd (Tolnay, Heesen, Van Baaren). Anderen hebben beweerd dat Bosch chiliastische of andere afwijkende religieuze denkbeelden in zijn kunst verwerkte (Fraenger), of dat zijn oeuvre alchemistisch-hermetische denkbeelden bevat (Boczkowska, Dixon). Nog anderen stelden dat de schilder de kijker uitnodigt tot participatie in zijn al dan niet door drugsgebruik opgeroepen droomscenario’s en betraden het pad van de vrije associatie.

 

Roest zelf heeft Bosch altijd beschouwd als een enigszins excentrieke vertegenwoordiger van de laatmiddeleeuwse moralistisch-religieuze schilderkunst, een visie die ook verdedigd wordt door een groot aantal Bosch-auteurs (Vink, Pinson, Fischer, De Vrij, Bradley, De Bruyn, Koldeweij, Vriens). De alchemistische of deviante interpretaties hebben wel meer invloed uitgeoefend op de buitenacademische beeldvorming over Bosch, zoals blijkt uit een aantal historische romans (bijvoorbeeld van Peter Dempf).

 

Na een hernieuwde kennismaking met het Bosch-oeuvre n.a.v. de tentoonstelling in 2016 concludeert Roest dat een mediëvist gespecialiseerd in laatmiddeleeuwse stichtelijke literatuur de meeste grote themata van Bosch uitstekend kan duiden. Naar verluidt zijn veel schilderijen van Bosch prima te begrijpen als men zich verplaatst in de veronderstelde outillage mental van een relatief goed-geletterde gelovige laatmiddeleeuwse stadsbewoner, die schilderde in opdracht van medeburgers, religieuze broederschappen en de adel. Het ligt voor de hand de duiding van Bosch’ schilderijen te verbinden met het religieuze onderwijsprogramma dat Bosch als vijftiende-eeuwse stadsbewoner en als lid van de Onze Lieve Vrouwe-broederschap moet hebben ondergaan. Voor deze boodschap kunnen we te rade gaan bij de sermoenen van eigentijdse stadspredikers en bij de volkstalige devotieliteratuur zoals die onder invloed van de Moderne Devotie, de Kartuizers en de Observanten vanaf de late veertiende eeuw in de Nederlanden werd verspreid. Conclusie: Bosch dient vooral gekenschetst te worden als een diepgelovig moralist met een zekere voorliefde voor het groteske.

 

[explicit 3 november 2019]

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

searchclosebarssort-desc linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram