Jheronimus Bosch Art Center

El Bosco y Ambrosio de Morales

Salazar 1955
Salazar, Abdon M.
Genre: Non-fictie, kunstgeschiedenis
Uitgave datum: 1955
Bron: Archivo Español de Arte, T.° XXVIII (1955), no. 110, pp. 117-138

Salazar 1955

 

“El Bosco y Ambrosio de Morales” (Abdon M. Salazar) 1955

[in: Archivo Español de Arte, T.° XXVIII (1955), no. 110, pp. 117-138]

[Ook vermeld in Gibson 1983: 38 (C37)]

 

In 1948 publiceerde Juan de Contreras een Spaanse beschrijving van Bosch’ Hooiwagen, afkomstig uit Teatro moral de la vida humana, een Antwerpse druk van 1701 (zie De Contreras 1948). In het derde deel van deze druk bevindt zich een beschrijving van en commentaar op de Tabla de Cebes, een schilderwerk uit de oudheid, met daaraan toegevoegd een beschrijving van en commentaar op de Hooiwagen. Volgens de anonieme auteur zijn deze twee schilderijen namelijk in hoge mate verwant qua thematiek. Salazar deelt nu mee dat de auteur van deze tekst de Spaanse historicus Ambrosio de Morales (1513-1591) is en dat de tekst reeds gepubliceerd werd in 1586. In dat jaar verscheen namelijk Morales’ Obras del maestro Fernàn Pérez de Oliva (Córdoba, Gabriel Ramos Bejarano, 1586). De hellenist Fernàn Pérez de Oliva (1492/93-1531) was de oom van Morales en deze laatste voegde aan de werken van zijn familielid enkele teksten van eigen hand toe, onder meer de beschrijvingen van de Tabla de Cebes en van de Hooiwagen. Salazar bezorgt in dit artikel een editie van de tekst over de Hooiwagen naar de druk van 1586 (pp. 124-126).

 

In het voorwoord tot de lezer van de druk uit 1586 deelt Morales mee dat hij de tekst rond de Tabla de Cebes schreef toen hij nog een jongeman was. Volgens Salazar was dit waarschijnlijk tijdens zijn universitaire studies, rond 1530. Een argument dat dit zou kunnen tegenspreken, is dat Morales in 1586 schrijft dat de Hooiwagen zich in het bezit bevindt van Filips II, maar vermoedelijk werd dit detail aangepast naar aanleiding van de publicatie van de tekst.

 

Ambrosio de Morales was een goede bekende van Felipe de Guevara y Lastre (circa 1500-1563) die in 1560-62 zijn (pas in 1788 gepubliceerde) Comentarios de la pintura schreef, waarin ook enkele alinea’s aan Bosch gewijd worden. Circa 1544/45 was Morales een tijd lang de leermeester van Diego de Guevara y Haro, een zoon van Felipe, en na de dood van Felipe was Morales in 1570 één van de onderhandelaars toen Filips II een aantal schilderijen van de Guevara’s aankocht. Eén van deze schilderijen was een Hooiwagen van Bosch.

 

Felipe had deze Hooiwagen in 1520 geërfd van zijn vader Diego de Guevara y Queseda (majordomus van Karel V), na een proces met zijn oom Pedro Vélez de Guevara dat door Felipe gewonnen werd. In 1535 huwde Felipe met Beatriz de Haro, waarna hij verhuisde naar Madrid (waar in 1538 zijn oudste zoon Diego werd geboren, die in 1565 zou overlijden). In 1570 bevond de Hooiwagen zich nog in het Madrileense huis van Felipe, waarna het schilderij gekocht werd door Filips II en in 1574 overgebracht naar het Escorial. Rond 1530 was deze Hooiwagen dus al in Felipe’s bezit en zo kende Morales het drieluik toen waarschijnlijk al.

 

Het belang van dit artikel kan moeilijk overschat worden, alleen al omwille van de publicatie van Morales’ tekst over de Hooiwagen, die een kunsthistorisch document van de eerste orde is (een Nederlandse vertaling van Morales’ tekst in De Bruyn 2001a: 37-38). Bovendien spoort dit artikel dringend aan om de relatie tussen de Guevara’s en Bosch verder te onderzoeken.

 

[explicit 28 augustus 2011]

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

searchclosebarssort-desc linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram