Schuder 1975
Hieronymus Bosch (Rosemarie Schuder) 1975
[Union Verlag, Berlijn, 1975, 184 blz.]
[Licentie-uitgave: Panorama Verlag, Wiesbaden, z.j., 155 blz.]
[Ook vermeld in Gibson 1983: 13 (A59)]
Schuder tracht de ‘raadsels’ van Bosch te ontcijferen door de politieke, sociale en culturele actualiteit in de Nederlanden rond 1500 in verband te brengen met de geestelijke wereld van de schilder. Centraal staan daarbij twee historische personages die tijdens het leven van Bosch in ’s-Hertogenbosch gedurende korte periodes aanwezig waren: keizer Maximiliaan en Jakob Sprenger (mede-auteur van de beruchte Malleus Maleficarum).
Schuders conclusies in verband met de iconografie van de panelen zijn soms verhelderend (zoals wanneer zij het frequent afbeelden van de halve maan vastknoopt aan de vijftiende-eeuwse Turkenhaat), maar meestal weinig overtuigend. Zo zouden de duivels in de Verzoekingen van de H. Antonius (Madrid) geen echte duivels zijn, maar een soort vermomde landsknechten en inquisitiemonniken. Op het middenpaneel van de Tuin der Lusten zou Bosch een droomwereld van vrede hebben willen uitbeelden als reactie tegen de oorlog en de verwarring die hij rondom zich zag. En de zogenaamde ‘vierde koning’ in de Aanbidding der Wijzen (Madrid) zou Maximiliaan zijn, wiens machtwellust dan op deze wijze bespot zou worden. Ook tegenover de dominicanen stond Bosch naar verluidt weinig positief: in de vrouw die in het Hel-tondo van het Tafelblad (Madrid) een ziel foltert, ziet Schuder een dominicanernon.
[explicit]