1 Madeliefje = Maria
De Roovere ed. 1955 (vóór 1482)
- 191 (vers 40). Vroed ABC-dicht. Kersoude Kestenheydts Korporael.
Stijevoort I ed. 1929 (1524)
- 285 (refrein 133, vers 26). Vroed rederijkersrefrein, Marialof. Lof Suuer kerssouwe vol duechden binnen.
Prieelken der Gheestelyker Wellusten ed. 1927 (1587)
- 46 (strofe 5, vers 1). Geestelijke lyriek. Maria wordt genoemd zuyver kersouwe.
2 Madeliefje = positieve dingen, deugden
Jhesus collacien ed. 1962 (1480?)
- 159 (10de preek). Prekenbundel. In augustus moeten de zusters elke dag een krans van matelieven maken = Christus wordt in de hemel 31 maal door Zijn Vader omhelsd en krijgt telkens een gebod in verband met Zijn menswording.
- 218 (27ste preek, preek van de H. Geest, regels 5-9). Prekenbundel. Gouden madelieven = werken van gehoorzaamheid in het klooster.
3 Madeliefje = mooi en/of geliefd en/of gerespecteerd meisje (geldt ook voor vrouwelijke allegorische personages)
Triumphe ende ’t palleersel van den vrouwen ed. 1996 (1514)
- 260 (vers 13). Kledingallegorie. Dat men mach vinden voer die edel kersouwe [= edeldame].
Broeder Russche ed. 1950 (circa 1520)
- 6. Prozaroman. Broeder Russche spreekt een hoertje aan: Weest gegruet schoon suuerder kerssouwen.
Stijevoort I ed. 1929 (1524)
- 120 (refrein 62, vers 35). Amoureus rederijkersrefrein, liefdesklacht. Byder kershouwen heb icse verheuen.
Stijevoort II ed. 1930 (1524)
- 184 (refrein 225, vers 28). Amoureus rederijkersrefrein, liefdesklacht. Wachten soude elc syn liefste kersouwe.
- 185 (refrein 226, verzen 3-4). Amoureus rederijkersrefrein, liefdesklacht. Het schijnen al draken die ic aenschouwe / sonder een kersouwe die wast int lant.
- 186 (refrein 226, vers 34). Amoureus rederijkersrefrein, liefdesklacht. O princesse kersouwe verheuen.
Spiegel der Minnen ed. 1913 (XVIa)
- 209 (vers 5917). Rederijkersspel. De neef tot Katherina: reyn kersouwe.
Doesborch II ed. 1940 (1528-30)
- 42 (refrein 26, vers 28). Amoureus rederijkersrefrein. Wachten soude elc sijn liefste kerssouwe. Zie ook Stijevoort II ed. 1930: 184.
- 71 (refrein 29, vers 39). Amoureus rederijkersrefrein. Dat ic beminne bouen alle kerssouwen.
- 89 (refrein 44, vers 7). Amoureus rederijkersrefrein. Hoe sal ic kerssouwe yemant dus ongeleert raen.
- 90 (refrein 44, vers 38). Amoureus rederijkersrefrein. Die simpelste, deedelste sidi suete kerssouwe.
- 94 (refrein 47, vers 67). Amoureus rederijkersrefrein. Eewelijc na v kerssouwe hercke.
- 101 (refrein 51, vers 35). Amoureus rederijkersrefrein. Mer bider kerssouwen heb icse verheuen.
- 126 (refrein 68, vers 27). Amoureus rederijkersrefrein. Amoreus int schouwen bouen alle kerssouwen.
- 137 (refrein 75, vers 25). Amoureus rederijkersrefrein. Gheminde kerssouwe mijns sins behaghen.
- 145 (refrein 79, vers 11). Amoureus rederijkersrefrein. De ‘ik’ slaagt er niet in tontgane den strick der reynder kersouwe.
Cristenkercke ed. 1921 (1541)
- 30 (vers 719). Rederijkersspel. Segt mijn kersouwe dit woordt van trouwe.
- 48 (vers 1161). Selfs Goetduncken tot Vprecht Simpel Gheloven: O, mijn suuer kersouwe.
sMenschen Sin en Verganckelijcke Schoonheit ed. 1967 (1546)
- 131 (vers 325). Rederijkersspel. sMenschen Sin over Verganckelijcke Schoonheit: Helpt mij nu an die sûete kersouwe.
- 138 (vers 414). Een sinneke tot Verganckelijcke Schoonheit: O schone kersouwe, ic weet u wat fraijs.
Vreese des Heeren en Wijsheyt ed. 1968 (circa 1550)
- 366 (vers 9). Rederijkersspel. O Wijsheijt, pleysant bouen alle kerssouwen.
- 375 (vers 281). Goetwillich Herte tot Gerechticheyt: Soo en ben ick niet, o edel kerssouwe.
Sint Jans onthoofdinghe ed. 1996 (vóór 1552)
- 86 (vers 508). Rederijkersspel. De knappe dochter van Herodias wordt genoemd suyver karsouwe.
Catechismus der minne ed. 1989 (1564)
- 24 (vers 204). Ars amandi. Segt my, oft ghy mindet een schoone kersouwe.
Reyne Maecxsele ed. 1906 (1571-83)
- 9 (vers 137). Rederijkersspel. Vleesschelickheyt tot haar collega-vriendin tReyne Maecxsele: O Treyn Maxsele ghespelnede reyn kersauwe.
Amoreuse Liedekens ed. 1984 (circa 1600)
- 178 (strofe 4, vers 5). Amoureus liedje. Ick sal ghetrou o schoon Kersouw zijn.
- 183 (strofe 4, vers 7). Amoureus liedje. O Edel Kerssou.
- 196 (strofe 3, vers 8). Amoureus liedje. Dan u schoone Kerssou.
- 201 (strofe 1, vers 4). Amoureus liedje. Want een schoone Kerssouwe.
- 204 (strofe 1, vers 10). Amoureus liedje. Om u Kerssou.
- 206 (strofe 1, vers 8). Amoureus liedje. Aen die schoone Karssou.
4 Madeliefje // liefde en erotiek
Mars en Venus ed. 1991 (1551)
- 254 (verzen 356-357). Rederijkersspel. Mars over zijn verliefdheid op Venus: So ontpluijcket therte als een kersouwe / Daer tfundament der minnen coomt in ghereesen. Madelief // verliefd hart.
[explicit 29 januari 2017]