Cat. ’s-Hertogenbosch 2018
Uit de stal van Bosch – Jheronimus Bosch en de Aanbidding van de Koningen (Matthijs Ilsink, Jos Koldeweij en Ron Spronk) 2018
[Tentoonstellingscatalogus (’s-Hertogenbosch, Noordbrabants Museum, 1 december 2018 – 10 maart 2019), WBOOKS-Het Noordbrabants Museum, Zwolle-’s-Hertogenbosch, 2018, 96 blz.]
Deze catalogus verscheen (in twee versies: Nederlands en Engels) naar aanleiding van de gelijknamige tentoonstelling in Het Noordbrabants Museum (’s-Hertogenbosch, december 2018-maart 2019) en is het resultaat van een eerste voortzetting van het Bosch Research and Conservation Project. In de tentoonstelling Jheronimus Bosch – Visioenen van een genie (’s-Hertogenbosch, 2016) ging de aandacht uit naar het authentieke Bosch-oeuvre, terwijl nu meer gefocust wordt op atelierwerken en werken van navolgers. De catalogus omvat drie grote delen. In het eerste deel wordt de cultuurhistorische context geschetst aan de hand van het optreden van het Drie Koningen-motief in Bosch’ contemporaine cultuur (processies, ommegangen…) en in laatmiddeleeuwse kunstwerken. Het tweede deel biedt een analyse van het opnieuw aan Bosch toegeschreven Aanbidding der Wijzen-paneel van New York (Metropolitan Museum) maar vooral van Bosch’ Aanbidding der Wijzen-drieluik in het Prado. Het derde deel ten slotte gaat nader in op het kopiëren van schilderijen in de late Middeleeuwen en vooral op een aantal kopieën van de Prado-Aanbidding in het bijzonder.
Het lijdt geen twijfel dat Bosch bekend was met het Passionael, de invloedrijke Nederlandse vertaling van de Legenda aurea rond 1500 [p. 35]. Het Aanbidding-paneel in New York is waarschijnlijk het vroegste schilderij dat we van Bosch kennen [p. 37]. In de 20ste eeuw waren de meningen over de authenticiteit ervan verdeeld, maar sinds 2001 wordt algemeen aangenomen dat het om een originele Bosch gaat. Een aantal details van het landschap lijken mij nochtans overgenomen uit de Prado-triptiek (die circa 1495 gedateerd wordt). Wijst dit niet eerder op een zestiende-eeuwse navolging? Volgens de dendrochronologie kon het paneel wel beschilderd worden vanaf 1470 [p. 69]. De drie legers in het landschap worden door de auteurs niet begrepen: ‘Wie zijn deze militairen?’ [p. 37]. Zijn dit niet gewoon de legers van de Drie Koningen (vergelijk het bekende motief ‘De Drie Wijzen en hun legers ontmoeten elkaar’)?
In de Prado-triptiek gaat het ‘om veel meer dan de illustratie van de aanbieding van geschenken’, het is ‘een doorwrocht picturaal essay’ [p. 34]. Er wordt op gewezen dat de verschijnende Christus en de gekruisigde Christus op de buitenluiken telkens ‘breekt’ bij opening van de luiken [p. 40]. Een verwijzing naar het breken van de hostie tijdens de consecratie ontbreekt echter. De in kleur afgebeelde oude man en knaap zijn waarschijnlijk de vader en de zoon van Peter Scheyfve (de opdrachtgever, zie het linkerbinnenluik). De legers op het middenpaneel worden samen met andere details gezien als dreigende elementen [p. 40]. ‘Bosch weeft met behulp van bijwerk een picturaal web van verbanden waarmee steeds het eucharistische karakter van de geboorte van Christus wordt benadrukt. De gedachte dat in de geboorte van Christus zijn dood en opstanding besloten liggen, heeft Bosch hier picturaal uitgewerkt’ [p. 40].
In de loop van de zestiende eeuw werden tientallen min of meer getrouwe kopieën van het Prado-middenpaneel gemaakt. Het BRCP heeft zes van deze varianten onderzocht: Phildadelphia, Petworth House, Upton House, Anderlecht, ’s-Hertogenbosch, particuliere verzameling. Volgens mij kunnen de varianten in Anderlecht (Erasmushuis) en in de Parijse particuliere verzameling echter geen kopieën van het Prado-middenpaneel genoemd worden. ‘In zijn algemeenheid kan worden gezegd dat alle varianten zijn vereenvoudigd en inboeten aan verfijning, detaillering en complexiteit’ [p. 52].
[explicit 8 juni 2019]